Professional Documents
Culture Documents
1
Inhoudsopgave:
1inleiding............................................................................4
2
theorie………………………………………………………………………….
5
3
uitvoering……………………………………………………………………..8
3.1
reagentia…………………………………………………………………………………..8
3.2
apparatuur…………………………………………………………………………………8
3.3
glaswerk/hulpmiddelen……………………………………………………………….8
3.4
werkwijze………………………………………………………………………………….9
4 resultaten
…………………………………………………………………….11
4.1 waarnemingen en
meetresultaten…………………………………………………11
4.2
berekeningen……………………………………………………………………………..1
2
5
discussie………………………………………………………………………..
14
6
conclusie………………………………………………………………………..
15
literatuurlijst…………………………………………………………………
……16
bijlagen…………………………………………………………………………
….17
vragen bij het
voorschrift……………………………………………………………………17
2
Lijst met gebruikte symbolen
3
1 Inleiding
FeCl3 is een zout dat is gevormd uit het Fe3+ ion en het Cl- ion. Dit zout
wordt veelal gebruikt in de gravische industrie voor het drukken van
fotografische en beeldende kunst, maar ook om spleetcorrosie en
corrosieweerstand van roestvast staal en andere legeringen te testen.
Verder wordt er in laboratoria veelal gebruikt gemaakt van FeCl3 als
reagens voor bepaalde reacties en bepalingen. Bij deze bepaling zal het
Fe3+ gehalte van FeCl3 worden bepaald. Dit wordt gedaan aan de hand van
een indirecte jodometrische titratie. Bij de bepaling treden er verschillende
redox reacties op. Aan het eind van de titratie kan aan de hand van het
verbruik en de optredende reacties het Fe3+ gehalte worden berekend. De
gevonden waarde voor het Fe3+ gehalte in FeCl3 is 24,62%.
4
2 Theorie
1
Fe3+ + e- ↔ Fe2+ (2x)
2 I- ↔ I2 + 2 e- (1x)
2 Fe3+ + 2 I- 2 Fe2+ + I2
2
I2 + 2 e- ↔ 2 I-
2 S2O32- ↔ S4O62- + 2 e-
I2 + 2 S2O32- 2 I- + S4O62-
de twee oxidatie toestanden van jood gaan makkelijk in elkaar over en zijn
visueel makkelijk te onderscheiden. Het onderscheid is eventueel met
behulp van een stijfsel- of zetmeeloplossing makkelijker te zien: met jood
vormt stijfsel of zetmeel een diepblauw tot zwart complex, met jodide is
dit complex kleurloos. Bij deze titratie wordt er gebruik gemaakt van
zetmeel als indicator. de kleuromslag is van donkerblauw (diep blauw)
naar kleurloos. In het eindpunt zijn alle I2 deeltjes omgezet in I- deeltjes, de
kleur verandert dan van donkerblauw naar kleurloos. echter moet er bij
het gebruik van zetmeel rekening worden gehouden met een factor. Jood
bindt zich sterk aan zetmeel en dit kan zorgen voor een vertraging van de
reactie, bovendien is er een mgelijkheid dat in dit geval niet alle jood met
natriumthiosulfaat reageert. Trage reacties zijn niet relevant voor titraties,
5
ze maken de bepaling onnauwkeurig. Om de vertraging tegen te gaan
wordt de zetmeel oplossing bijna in het eindpunt toegevoegd, wanneer de
kleur van de oplossing zwakgeel is.
Een andere factor waarmee er rekening gehouden moet worden bij deze
bepaling is zuurstof. Aan de oplossing worden 2 schepjes toegevoegd om
lucht uit de oplossing verdrijven. Ook wordt er gebruik gemaakt van
zuurstofvrij water. Het is zeer belangrijk dat er geen zuurstof in de te
titreren oplossing voorkomt, omdat zuurstof als oxidator kan optreden. Het
gaat dan een redoxreactie aan met KI en ook bij deze reactie (los van de
reactie tussen Fe3+ en KI) ontstaat er jood. Het ontstane jood gaat dan een
reactie aan met thio uit de buret. Na de titratie wordt aan de hand van het
verbruik het Fe3+ gehalte bepaald, in zo’n geval is de bepaling
onnauwkeurig omdat er meer Fe3+ wordt gevonden dan er eigenlijk in de
oplossing aanwezig was. [4]
1
2 IO3- + 10 e- + 12 H+ ↔ I2 + 6 H2O (1X)
2 I- ↔ I2 + 2 e- (5X)
2 IO3- + 12 H+ + 10 I- 6 I2 + 6 H2O
6
2
I2 + 2 e- ↔ 2 I-
2 S2O32- ↔ S4O62- + 2 e-
I2 + 2 S2O32- 2 I- + S4O62-
7
3 uitvoering
3.1 reagentia
reagentia :
• Geconcentreerd HCl
• 4 M HCl
• NaHCO3
• KI
• Zuurstofvrij water
• 0,1M Natriumthiosulfaat
• 0,5% zetmeel oplossing (indicator)
• kaliumjodaat (KIO3)
[HCl] geceoncentreerd = 12 M
V1 x C1 = V2 x C2
V1 x 12 M = 150 ml x 4M
V1 = 50 ml
3.2 apparatuur
glaswerk:
• 4x 100 ml bekerglazen
• 20 ml maatcylinder
• 5 ml maatcylinder
• 1x 200 ml maatkolf
• 1x 100 ml maatkolf
8
• 25 ml volume pipet
• 3x 300 ml erlenmeyers
• horloge glazen
• 50 ml buret
hulpmiddelen:
• handschoenen
• veiligheids bril
• gedestilleerd water
• wit papier
• roerstaven
• trechters
• handdoek
3.4 werkwijze
9
• vul aan tot de streep met gedestilleerd water en homogeniseer de
oplossing
werkwijze bepaling
• weeg ca. 2 g FeCl3 af in een 100 ml bekerglas op een analytisch
balans
• los het geheel op in ongeveer 40 ml gedestilleerd water en voeg 5
ml geconcentreerd HCl toe
• maak de oplossing helder door zacht verwarmen
• koel de oplossing af en breng het over in een 100 ml maatkolf
• vul aan tot de streep met gedestilleerd water en homogeniseer de
oplossing
• pipetteer 25 ml van deze oplossing, breng het over in een 300 ml
erlenmeyer en voeg 15 ml 4 M HCl toe
• los achtereenvolgens 2 schepjes NaHCO3 in de vloeistof op
• voeg 2 g KI toe
• laat de oplossing gedurende 15 min op een donkere plaats staan
• verdun hierna tot 100 ml met zuurstofvrij water
• titreer met een gestelde 0,1 M natriumthio oplossing totdat de
oplossing zwakgeel is
• voeg 5 ml 0,5% zetmeel toe en titreer tot kleurloos.
10
4 resultaten
waarnemingen (bepaling):
waarnemingen (stellen):
Meetresultaten
11
stof Inweeg (g)
KI (stellen) 1,07
KI (bepaling 1) 2,03
KI (bepaling 2) 2,02
FeCl3 2,0129
Na2S2O4.5H2O 6,2100
KIO3 8,1800
4.2 Berekeningen
inweeg KI = 1070 mg
molmassa = 166,0 mg/mmol
aantal mmol = 1070mg/(166,0mg/mmol) = 6,446 mmol
molverhouding IO3- : I2
2 : 6
molverhouding I2 : S2O32-
1 : 2
12
aantal mmol S2O32- gereageerd = 2 x 1,4325 mmol = 2,865 mmol
verbruik = 28,38 ml
[S2O32-] = 2,865mmol/28,38 ml = 0,1010 M
verbruik = 21,96 ml
[S2O32-] = 0,1010 M
aantal mmol = 21,96ml x 0,1010 M = 2,218 mmol
molverhouding I2 : S2O32-
1 : 2
aantal mmol I2 = ½ x 2,218mmol = 1,109 mmol
molverhouding Fe3+ : I2
2 : 1
13
5 Discussie
Er is ook een kans dat de gevonden waarde een kleine fout of afwijking
heeft. Dit kan komen door bijvoorbeeld systematische fouten en
nauwkeurigheidsfouten. Ook fouten bij het aflezen van de buret kunnen
een kleine afwijking als resultaat hebben.
14
6 conclusie
Al met al kan er gezegd worden dat de proef is geslaagd en dat het doel is
bereikt. bij deze bepaling zijn we meer te weten gekomen over hoe een
jodometrische titratie tot stand komt en wat een indirecte titratie inhoud.
15
literatuurlijst
1 http://en.wikipedia.org/wiki/Iron(III)_chloride
bekeken op 22 februari 2011
2 http://nl.wikipedia.org/wiki/Jodometrie
bekeken op 22 februari 2011
3 http://www.clzscheikunde.nl/V6_titratie.html
bekeken op 22 februari 2011
4 http://nl.wikipedia.org/wiki/Natriumwaterstofcarbonaat
bekeken op 22 februari 2011
7 http://nl.wikipedia.org/wiki/Kaliumjodide
bekeken op 22 februari 2011
16
Bijlage : vragen bij het verslag
17
natriumthiosulfaat reageert. Langzaam verlopende reacties zijn zeer
ongeschikt voor titraties. om dit tegen te gaan wordt er bijna op het
eindpunt (waneer de oplossing zwakgeel is) zetmeel toevoegd. Er zijn dan
maar nog enkele druppels nodig om het eindpunt te bereiken.
8 kan deze methode ook toegepast worden bij de bepaling van FeSO4?
Waarom wel of niet? Leg uit.
De methode kan niet worden toegepas bij de bepaling van FeSO4 omdat er
Fe2+ vrijkomt, ene reductor die niet zou kunnen reageren met I- die vrijkomt
van KI omdat ook die als reductor optreed. Een directe titratie met
natriumthiosulfaat is ook niet mogelijk omdat thio een reductor is. De
bepaling van FeSO4 zou het best gedaan kunnen worden door een directe
titratie uit te voeren met behulp van een sterke reductor, permanganaat
bijvoorbeeld.
18