Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER
NAAM STUDENT Koen van Halen STUDENTNUMMER 1659645
KLAS 1G STAGESCHOOL Dr. Bosschool
STAGEBEGELEIDER Victor Buiten STAGEGROEP Groep 8
DATUM 30-10-14 VAK / ONDERWERP Muziek

VOORBEREIDING
Omcirkelen: Dit is een leerkracht/ gedeeltelijk leerkracht-gedeeltelijk leerling/ leerling gestuurde les.
Dit is een zelfontworpen / methode / combinatie les.
DOELEN VOOR DE LEERLINGEN
DOEL(EN)
+ Welk type doel; kennis en
inzicht, vaardigheid of attitude
gerelateerd?
+ Wat moet deze les opleveren
(product, specifiek en
meetbaar)?
+ Welk gedrag wil ik oproepen/
wat moeten de ll tijdens de les
oefenen of ervaren
(procesdoel)?
Aan het eind van de les kunnen de leerlingen zelfstandig het liedje "I'm a ford" zingen
en de bijbehorende bewegingen maken. Dit is een vaardigheidsdoel.
Aan het einde van de les zullen de leerlingen, zelfstandig, het liedje "I'm a ford" zingen
en de daarbij behorende bewegingen maken.
Het procesdoel van deze les bestaat uit twee delen. Ten eerste wil ik dat de leerlingen
allemaal meedoen. Ten tweede wil ik dat de leerlingen door krijgen dat bepaalde
bewegingen met de Engelse tekst worden geassocieerd.


LESSPECIFIEKE BEGINSITUATIE
KENNIS / VAARDIGHEDEN
+ Wat weten en/of kunnen de
leerlingen al?
+ Van welke vakspecifieke
theorie, didactiek, leerlijnen
maak ik gebruik?
De kinderen hebben de voorgaande jaren regelmatig in de klas gezongen, dus ze weten
op een zekere hoogte hoe het zelfstandig zingen van een lied gaat. Daarnaast kunnen
de leerlingen klankhoogtes, klankkleur, klanksterkte en klankduur onderscheiden. Ook
kennen ze het liedje nog niet.
Ik maak gebruik van de weggeef techniek bij het aanleren van het lied. Ook maak ik
gebruik van de muziek domeinen: zingen, luisteren (sociaal, motorische en analytisch)
en bewegen.

Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014
ONDERWIJSBEHOEFTEN
+ Wat zijn de pedagogische en
didactische
onderwijsbehoeften van de
groep?
+Indien van toepassing: Wat
zijn specifieke individuele
onderwijsbehoeften?
De onderwijsbehoeften van de klas is orde. De klas kan van tijd tot tijd onrustig zijn en
zeker in zo'n hands-on les als muziek moet er orde zijn om het lesdoel te bereiken.
Een specifieke onderwijsbehoefte is een microfoontje dat ik moet dragen zodat een
slechthorend kind goed mee krijgt wat er gezegd/gezongen wordt.

BELEVING
+ Op welke ervaringen kan ik
aansluiten?
+ Actualiteit (leefwereld)
+ Betrokkenheid
Ik kan aansluiten op het thema auto's. Het liedje gaat over een auto en dit is een
algemeen voorwerp in het dagelijks leven van elk kind.
Ik kan de leerlingen betrokken krijgen door het gebruik van gebaren bij het refrein. Dit
zorgt ervoor dat de leerlingen geconcentreerd bezig blijven met de bewegingen.
MATERIALEN
MATERIALEN
+ Wat moet ik klaarleggen,
welke leermiddelen gebruik ik?
+ Op welke manier laat ik de
materialen de lesinhoud
ondersteunen.
+ Welke methoden, bronnen
gebruik ik. (APA)?
Voor deze les moet ik de CD met de muziek klaar hebben liggen. Daarnaast moet ik
goed het lied hebben voorbereid: ik gebruik geen blaadjes en ik ben het voorbeeld dat
ze na moeten doen.
Op de CD staat de karaoke-versie van het liedje "I'm a ford", dit zal ik gebruiken om de
klankhoogte, -sterkte, -duur en -kleur aan te geven.
Dit is een zelfontworpen les dus ik gebruik geen methode. Ik gebruik heb het lied in het
boek eigen-wijs gevonden. Ook gebruik ik de CD van eigen-wijs.
Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014
LESOPBOUW

TIJD
--
Min
ACTIVITEIT
Wat doe ik? Wat doen de leerlingen?
Vorm
ISK
INLEIDING
+ Verwachtingen / doelen
duidelijk maken
Onge
veer
vijf
minu
ten
Ik leg de leerlingen uit dat we vandaag gaan zingen, echter voordat
we gaan zingen doe ik een paar opwarmingsoefeningen met de
kinderen. Na de oefeningen leg ik uit wat het lesdoel van de dag is.
De oefeningen zullen bestaan uit een paar adem oefeningen, adem
die uit en laat de lucht langzaam terug komen, en een paar neurie
oefeningen, hou de toon vast, probeer de toon na te neurin.
Van de kinderen wordt verwacht dat ze tijdens de
opwarmingsoefeningen mee doen.

KERN
Houd rekening met:
LESSTOF
+ Welke informatie komt
aan bod, in welke
volgorde en aan wie?
+ Hoe maak ik de lesstof
toegankelijk en
overzichtelijk?
+ Welke vragen stel ik en
aan wie?
+ Heb ik goed voor ogen
wat ik met deze les wil
bereiken?
+ Pendelen tussen
leerstof, leerling en
leefwereld.
WERKVORMEN
+ Welke werkvormen kies
ik en voor wie?
+ Hoe zorg ik voor
voldoende variatie in
werkvormen?
BEGELEIDING
+ Welke positieve
kenmerken zijn er en hoe
speel ik daar op in?
+ Hoe speel ik in op
onderwijsbehoeften?
Onge
veer
tien
tot
vijfti
en
minu
ten.
Ik begin met het zingen van het lied. Nadat ik dit heb gedaan vraag
ik aan de leerlingen om nu goed te luisteren naar het liedje dat ik
nog een keer voor zing en mij naderhand te vertellen uit welke zin
het refrein bestaat en hoe vaak deze voorkomt. Als ik het liedje
voor de tweede keer heb gezongen vraag ik aan een leerling uit
welke zin het refrein nou precies bestaat, ik vraag een andere
leerling hoe vaak deze zin voorkwam.
Hierna zal ik de zin nog een keer goed uitspreken en laat de
kinderen mij napraten. Dit doe ik net zo lang tot de kinderen de zin
goed kunnen uitspreken. Ik ga daarna het liedje twee keer achter
elkaar zingen, echter deze keer vraag ik de leerlingen om mee te
doen met het refrein. Nu laat ik de leerlingen meedoen met het
zingen van het lied. Ik bespreek hierna of er nog iets beter
gearticuleerd kan worden. Dan zingen we het lied nog een keer
samen.
Hierna leg ik uit dat we gaan bewegen tijdens het zingen. Bij het
refrein wordt er steeds een zin herhaald, bij elk woord van deze zin
zit een bepaalde beweging die ook steeds herhaald zal worden.
Deze bewegingen gaan we nu dan ook met zijn allen tijdens het
lied gebruiken. Het lied zingen we dan, met de bewegingen, nog
een keer samen. Daarna moeten ze het zelfstandig proberen.
Ik kies voor een actieve werkvorm. Dit omdat de leerlingen
constant bezig zijn met het lied.
Ik kan zorgen voor variatie in het lied door het proces van aanleren
te verkorten als de klas het lied snel oppakt. De bewegingen zijn
een vorm van variatie. Uiteindelijk kan ik de bewegingen ook een
voor een achterwegen laten.
Ik kan inspelen op positief en gewenst gedrag door dat aan te

Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

+ Hoe cluster ik de
kinderen in groepen.
+ Hoe stimuleer ik de
motivatie van leerlingen?
+ Hoe geef ik feedback
aan leerlingen?
GROEPS
MANAGEMENT
+ Wat kan ik al voorzien
en hoe reageer ik daarop
+ Beurtverdeling
+ Pakken en opruimen
materialen
+ Regels, afspraken
duiden.
Ik stimuleer de motivatie van leerlingen door enthousiast voor de
klas te staan en ze gezellig mee te laten zingen. Ik probeer een
relaxte en veilige sfeer te creren in de klas.
Ik geef feedback op leerlingen door ze aan te spreken.
Ik kan voorzien dat sommige kinderen het niet interessant zullen
vinden om te gaan zingen om een eigen reden. Ik probeer dit te
voorkomen door de leerlingen in een kring te laten staan en
iedereen mee te laten doen.
Iedereen hoort zich te houden aan de vijf gedragsregels van de Dr.
Bosschool, de leerkracht hoort hier ook bij.
KLAAR / NIET KLAAR
+ Wat kan een leerling
doen als hij klaar / niet
klaar is?





Niet van toepassing.



AFSLUITING
+ Hoe bespreek ik de les
na?
+ Hoe controleer ik of
leerlingen de doelen
hebben bereikt?
+ Hoe evalueer ik de les
met de leerlingen?
Onge
veer
een
minu
ut of
twee
Als afsluiting van de les laat ik de kinderen het lied nog een keer
volledig zingen met de bewegingen erbij.
Het lesdoel is aan het eind van de les gecontroleerd als de
leerlingen zelfstandig zingen.

OVERGANG
+ Hoe zorg ik voor een
overgang naar de
volgende les?
Ik zorg ervoor dat de kinderen weer op hun eigen plek gaan zitten,
hierna ga ik of Victor door met de daarop volgende les.


Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014
EVALUATIE STUDENT

Heb ik mijn doelen
bereikt?
+ Indien niet allemaal,
dan per doel
omschrijven wat je
niet bereikt hebt wat
daar een mogelijke
oorzaak van is en wat
je de volgende keer
gaat doen om dat doel
wel te bereiken?



EVALUATIE PRAKTIJKOPLEIDER

KIJKVRAAG
PRAKTIJKOPLEIDER
+ Ik wil mijn
praktijkopleider
vragen om te kijken
naar.
Ik wil graag dat je kijkt of ik mij aan mijn tijdsschema kan houden. Daarnaast wil ik graag dat je
kijkt naar mijn vermogen om de leerlingen bij de les te betrekken.
DOELEN LEERLINGEN
+ Zijn de doelen voor
de leerlingen behaald?
+ Is het de student
gelukt om het gedrag
op te roepen dat de
bedoeling was?

HANDELEN STUDENT
+ Werd de lesstof op
een passende manier
aangeboden?
+ Hoe verliepen de
voorbereiding en
organisatie van de
activiteit?
+ Hoe was het contact








Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014
met de leerlingen?

Waarmee kan de student het meest tevreden zijn?

Belangrijkste aandachtspunt voor de volgende keer


Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014