You are on page 1of 8

Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

Voor groep 5/6.


Ik voel me ozo heppie!
DOELEN VOOR DE LEERLINGEN
DOEL(EN)
+ Welk type doel; kennis en
inzicht, vaardigheid of attitude
gerelateerd?
+ Wat moet deze les opleveren
(product, specifiek en
meetbaar)?
+ Welk gedrag wil ik oproepen/
wat moeten de ll tijdens de les
oefenen of ervaren
(procesdoel)?


Vaardigheidsdoel

Aan het einde van de muziekles kunnen de kinderen zelfstandig het lied ik voel me ozo
heppie zingen. Dit moeten ze kunnen op de karaokeversie.


Ik wil dat de kinderen zich vermaken tijdens deze les en dat ze leren op de juiste
toonhoogte en maat te zingen.
LESSPECIFIEKE BEGINSITUATIE
KENNIS / VAARDIGHEDEN
+ Wat weten en/of kunnen de
leerlingen al?
+ Van welke vakspecifieke
theorie, didactiek, leerlijnen
maak ik gebruik?

De kinderen kennen het nummer nog niet.

Ik maak gebruik van het KVB-model:

Klank: In dit nummer hoor je af en toe wel verschil in klankhoogte. Het zijn haalbare
hoogtes. Er zijn bepaalde gedeeltes in het nummer die je sneller moet zingen of juist
trager.

Vorm: Het nummer bestaat uit 1 refrein en 1 couplet.

Betekenis: Het gaat om je gelukkig en goed voelen. Het is een vrolijk nummer.
BELEVING
+ Op welke ervaringen kan ik
aansluiten?
+ Actualiteit (leefwereld)
+ Betrokkenheid

ONDERWIJSBEHOEFTEN

+ Wat zijn de pedagogische en
didactische
onderwijsbehoeften van de
groep?

Op momenten dat de kinderen zich ook gelukkig en vrolijk voelen. Daar past dit
nummer goed bij.





De groep heeft duidelijkheid nodig in de les.



Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

MATERIALEN
MATERIALEN
+ Wat moet ik klaarleggen,
welke leermiddelen gebruik ik?
+ Op welke manier laat ik de
materialen de lesinhoud
ondersteunen.
+ Welke methoden, bronnen
gebruik ik. (APA)?


Ik laat de songtekst zien op het Digibord. Ook moet het nummer gereed staan.

Het zorgt voor duidelijkheid. Zo kunnen de kinderen de songtekst vergroot op het bord
zien.

Website: http://mijn.eigenwijsdigitaal.nl/home/song/168
Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014


LESOPBOUW

TIJD
-- Min
ACTIVITEIT
Wat doe ik? Wat doen de leerlingen?

INLEIDING
+ Verwachtingen / doelen
duidelijk maken
5/10 Ik vraag de kinderen allemaal of ze allemaal willen staan achter hun stoel.
Met zn allen gaan we dan ontspannen d.m.v. van nek en
schouderoefeningen. We oefenen van laag naar hoog zingen en van hoog
naar laag zingen. Met zn allen doen we ook ademhalingsoefeningen die
aansluiten bij het oefenen met het zingen vanuit de buik (en dus niet
vanuit de borst).

KERN
Houd rekening met:
LESSTOF
+ Welke informatie komt
aan bod, in welke
volgorde en aan wie?
+ Hoe maak ik de lesstof
toegankelijk en
overzichtelijk?
+ Welke vragen stel ik en
aan wie?
+ Heb ik goed voor ogen
wat ik met deze les wil
bereiken?
+ Pendelen tussen
leerstof, leerling en
leefwereld.






WERKVORMEN
+ Welke werkvormen kies
ik en voor wie?
+ Hoe zorg ik voor
voldoende variatie in
werkvormen?

BEGELEIDING
20/30
Ik vraag de kinderen na het beluisteren van het nummer, waar dit nummer
ze aan doet denken, waarom ze het aan bepaalde dingen doet denken en
wat voor gevoel het ze geeft.

Ik laat het nummer eerst horen aan de kinderen en zij mogen hierbij niet
meezingen. Ze gaan alleen maar luisteren naar het nummer.
Vervolgens zing ik het nummer zonder de muziek. Op die manier probeer
ik ze duidelijk te maken waar je in het nummer van hoog naar laag en van
laag naar hoog zingt.
Ze zingen mee door de songtekst op het Digibord te lezen. Hierbij begeleid
ik ze ook door af en toe te wijzen naar de tekst op het bord en ze op die
manier te helpen bij de maat van het nummer en ze aan te geven waar we
zijn.
We zingen dan eerst het couplet samen. Vervolgens maak ik ze duidelijk
dat we het refrein twee keer zingen, en dat we dus niet na het zingen van
het refrein weer het couplet gaan zingen. Ik doe dit dan ook voor. Hierbij
wijs ik het refrein duidelijk aan zodat ze tijdens het zingen weten dat we
daar weer verder gaan. Daarna zingen we het refrein. Wanneer we dit
hebben geoefend, zingen we het complete nummer. Daarna haal ik de
songtekst weg, zodat ik kan kijken of de ze tekst ook uit hun hoofd kennen.


Ik maak gebruik van de meezingmethode. Dit doe ik door ze eerst het
couplet te laten zingen, en vervolgens het refrein. Wanneer ze dit kunnen
zingen we het hele nummer.
Het zingen gebeurd door mij alleen en ook met de hele klas.


Wanneer de kinderen enthousiast zijn en duidelijk meezingen, zal ik ze dit
ook teruggeven. Ik zal ze hierop complimenteren en ze ook aanmoedigen




Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014
+ Welke positieve
kenmerken zijn er en hoe
speel ik daar op in?
+ Hoe speel ik in op
onderwijsbehoeften?


+ Hoe cluster ik de
kinderen in groepen.
+ Hoe stimuleer ik de
motivatie van leerlingen?
+ Hoe geef ik feedback
aan leerlingen?
GROEPS
MANAGEMENT
+ Wat kan ik al voorzien
en hoe reageer ik daarop
+ Beurtverdeling

+ Regels, afspraken
om het zo te blijven doen.


Door gebruik te maken van de aanleermethode.


n.v.t.

Door ze te complimenteren en uit te dagen. Dit doe ik doordat ik de
songtekst niet meer op het bord laat zien, waardoor ze het zonder tekst
moeten zingen.

Dit doe ik bij het afsluiten van de muziekles.


n.v.t.


Ik wijs kinderen aan die antwoord mogen geven op mijn vragen.

De kinderen zijn stil en luisteren aandachtig bij het beluisteren van het
nummer. Dit doen ze ook wanneer ik het nummer zonder muziek zing.

KLAAR / NIET KLAAR
+ Wat kan een leerling
doen als hij klaar / niet
klaar is?








n.v.t.


AFSLUITING
+ Hoe bespreek ik de les
na?
+ Hoe controleer ik of
leerlingen de doelen
hebben bereikt?
+ Hoe evalueer ik de les
met de leerlingen?
5
Ik vraag de kinderen wat ze van het lied vonden en of ze ergens moeite
mee hadden.
Door te luisteren naar de kinderen wanneer ze het nummer zonder
songtekst op het bord zingen.

Ik heb het met de kinderen over de verschillende klankhoogtes en de maat
in het nummer. Met de klas bespreek ik of ze dit goed hebben gedaan.

OVERGANG
+ Hoe zorg ik voor een
overgang naar de
volgende les?
n.v.t.
Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014


Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014
EVALUATIE STUDENT

Heb ik mijn doelen
bereikt?
+ Indien niet allemaal,
dan per doel
omschrijven wat je
niet bereikt hebt wat
daar een mogelijke
oorzaak van is en wat
je de volgende keer
gaat doen om dat doel
wel te bereiken?



EVALUATIE PRAKTIJKOPLEIDER

KIJKVRAAG
PRAKTIJKOPLEIDER
+ Ik wil mijn
praktijkopleider
vragen om te kijken
naar.
Voor aanvang van de les aangeven door de student
DOELEN LEERLINGEN
+ Zijn de doelen voor
de leerlingen behaald?
+ Is het de student
gelukt om het gedrag
op te roepen dat de
bedoeling was?

HANDELEN STUDENT
+ Werd de lesstof op
een passende manier
aangeboden?
+ Hoe verliepen de
voorbereiding en
organisatie van de
activiteit?
+ Hoe was het contact








Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014
met de leerlingen?

Waarmee kan de student het meest tevreden zijn?

Belangrijkste aandachtspunt voor de volgende keer


Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

You might also like