You are on page 1of 8

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER

NAAM STUDENT
KLAS
STAGEBEGELEIDER
DATUM

Allon de Veen
1e
Jacqueline Buddingh
12-10-2014

STUDENTNUMMER
STAGESCHOOL
STAGEGROEP
VAK/ONDERWERP

1663354
RKB Gerardus Majella
Groep 6/7
Muziek

VOORBEREIDING
Keuze (vetgedrukt markeren):
Dit is een leerkracht/gedeeltelijke leerkracht-gedeeltelijk leerling/leerling gestuurde les
Dit is een zelfontworpen/methode/combinatie les.

DOELEN VOOR DE LEERLINGEN


DOEL(EN)
Welk type doel: kennis en inzicht,
vaardigheid of attitude gerelateerd?
Wat moet deze les opleveren (product,
specifiek en meetbaar)?
Welk gedrag wil ik oproepen/wat moeten de
leerlingen tijdens de les oefenen of ervaren
(procesdoel)?
LESSPECIFIEKE BEGINSITUATIE
KENNIS / VAARDIGHEDEN
Wat weten en/of kunnen de leerlingen al?
Van welke vakspecifieke theorie, didactiek
en/of leerlijnen maak ik gebruik?

ONDERWIJSBEHOEFTE
Wat zijn de pedagogische en didactische
onderwijsbehoeften van de groep?
Indien van toepassing: Wat zijn specifieke
individuele onderwijsbehoeften?

Voor deze les heb ik voornamelijk


vaardigheidsdoelen.
Aan het einde van de les kunnen alle leerlingen:
Met de hele groep het liedje nima naja
zingen.
Met de hele groep het lied in
verschillende tempos zingen.
De kinderen hebben vaker gezongen. Ze kennen
bijvoorbeeld het liedje Beauty and the brains
van Nielson. Daarnaast wilden de kinderen
graag dat ik hun een liedje aan leer onder
begeleiding van de gitaar. Mijn
praktijkbegeleider heeft van te voren al
aangegeven dat ik dit ga doen.
Ik ga gebruik maken van het KVB model en
enkele domeinen. Ik wil van de volgende
domeinen gebruik maken:
Zingen;
luisteren;
bewegen; en;
lezen.
De groep heeft structuur nodig. Het zijn twee
groepen (groep 6 en 7). Vooral in groep 7 zitten
kinderen die je uitdagen. Deze kinderen hebben
extra veel structuur nodig, om je les goed te
kunnen geven.
Er zitten enkele kinderen tussen die extra
motivatie nodig hebben om te zingen omdat ze
gauw opgeven als ze denken iets niet te
kunnen. Daarnaast zitten er kinderen tussen die
je af en toe terug naar de werkelijkheid moet
halen, omdat die af en toe aan het dromen zijn.

BELEVING
Op welke ervaringen kan ik aansluiten?
Actualiteit (leefwereld)
Betrokkenheid
MATERIALEN
MATERIALEN
Wat moet ik klaarleggen, welke
leermiddelen gebruik ik?
Op welke manier laat ik de lesinhoud
ondersteunen?
Welke methoden en/of bronnen gebruik ik
(APA)?

Ik wil de volgende leermiddelen gaan


gebruiken:
Pc;
het digibord;
het geluid van het digibord; en;
een gitaar.
Ik gebruik de pc, het digibord en het geluid van
het digibord om o.a. het liedje te laten horen.

Ook ga ik het bord gebruiken om de woorden te


laten zien, daarmee bedoel ik niet de gehele
tekst maar de enkele woorden die erin gebruikt
worden (het lied bestaat uit 5 woorden). De
gitaar gebruik ik tijdens het begeleiden van het
liedje. Ik houd me daarbij aan de akkoorden die
aangegeven zijn en ik houd het bij een
eenvoudig ritme omdat ik me het meest wil
richten op het zingen.
Het lied komt uit de liederenbundel Eigen
Wijs.

LESOPBOUW

INLEIDING
Verwachtingen /
doelen duidelijk
maken

KERN
Houd rekening met:
LESSTOF
Welke informatie
komt aan bod, in
welke volgorde en
aan wie?
Hoe maak ik de
lesstof toegankelijk
en overzichtelijk?
Welke vragen stel
ik en aan wie?
Heb ik goed voor
ogen wat ik met
deze les wil
bereiken?
Pendelen tussen
leerstof, leerling en
leefwereld.

TIJD
(min
)

ACTIVITEIT
Wat doe ik? Wat doen de leerlingen?

VORM
ISK

10
min.

Bij de inleiding wil ik de volgende dingen doen:


Het liedje voorzingen
De doelen vertellen
Aangeven dat we wanneer we de doelen op tijd
behalen we het liedje die we de volgende keer
hebben geleerd kunnen zingen onder
begeleiding van de gitaar.

Klassikaa
l

20
min.

Om de kinderen het liedje zo juist mogelijk aan te leren


stel ik de kinderen luistervragen. In combinatie met een
plaatje van alle woorden die in het liedje voorkomen
stel ik de volgende luistervragen:
Welke woorden hoor je het meest (ai en nima)?
Hoe vaak hoor je het woordje nima (12 keer)?
Mis je nog woorden (om te testen laat ik het
woordje molokai weg bij het eerste plaatje)?

Klassikaa
l

5
min.

5
min.
5
min.
10
min.

Vervolgens laat ik het liedje nog een keer horen en laat


ik een leerling aanwijzen/wijs ik de tekst gelijk met het
liedje aan.
Het feitelijke aanleren wil ik doen door een regel voor
te zingen en die vervolgens door de groep te herhalen.
Vervolgens oefenen de kinderen het liedje klassikaal op
normaal tempo.
Wanneer de kinderen het liedje zelfstandig kunnen
zingen laat ik de kinderen meeklappen met het ritme
van het liedje. Vervolgens gaan de kinderen steeds
sneller klappen waardoor het liedje ook steeds sneller
gaat.

WERKVORMEN
Welke werkvormen
kies ik en voor wie?
Hoe zorg ik voor
voldoende variatie
in werkvormen?
BEGELEIDING
Welke positieve
kenmerken zijn er
en hoe speel ik
daar op in?
Hoe speel ik in op
de
onderwijsbehoefte
?
Hoe cluster ik de
kinderen in
groepen.
Hoe stimuleer ik de
motivatie van
leerlingen?
Hoe geef ik
feedback aan
leerlingen?
GROEPSMANAGEMEN
T
Wat kan ik al
voorzien en hoe
reageer ik daarop?
Beurtverdeling
Pakken en
opruimen
materialen
Regels, afspraken
KLAAR / NIET KLAAR
Wat kan een
leerling doen als hij
klaar / niet klaar is?
AFSLUITING
Hoe bespreek ik de
les na?
Hoe controleer ik of 5
min.
leerlingen de
doelen hebben
bereikt?
Hoe evalueer ik de
les met de
leerlingen?

Het zingen van een lied. Dit geld voor de gehele klas.

Er is niet echt spraken van beurtverdeling omdat het


zingen bijvoorbeeld klassikaal gebeurd en iedereen in
principe mee moet zingen.
De presentatie van de materialen gebeurd d.m.v. het
digibord.
Van te voren spreek ik een gebaar af waarmee ik
aangeef dat de kinderen moeten stoppen met zingen.
Niet van toepassing.

Ik leg de kinderen uit wat het liedje eigenlijk betekend.


Als afsluiting zingen we het liedje n keer klassikaal,
om te kijken of het liedje goed is aangeleerd, en de
doelen dus behaald zijn.
Indien de doelen op tijd gehaald zijn zingen we het
liedje dat we hiervoor geleerd hebben onder
begeleiding van de gitaar.

OVERGANG
Hoe zorg ik voor
een overgang naar
de volgende les?

EVALUATIE STUDENT
Heb ik mijn doelen bereikt?
Indien niet allemaal, per doel
omschrijven wat je niet hebt
bereikt, wat daar een
mogelijke oorzaak van is en
wat je de volgende keer gaat
doen om het doel wel te
bereiken?

De kinderen konden het liedje vrij snel zingen. Dit kwam in


mijn idee door de aanwijs oefening. Ik heb niet goed kunnen
controleren of het liedje zingen in verschillende tempos met
behulp van het klappen goed gelukt is omdat ik te snel was
met het afsluiten van de les.

EVALUATIE PRAKTIJKOPLEIDER
KIJKVRAAG PRAKTIJKOPLEIDER
Ik wil mijn praktijkopleider
vragen om te kijken naar
DOELEN LEERLINGEN
Zijn de doelen voor de
leerlingen behaald?
Is het de student gelukt om
het gedraag op te roepen dat
de bedoeling was?
HANDELEN STUDENT
Werd de lesstof op een
passende manier
aangeboden?
Hoe verliepen de
voorbereiding en organisatie
van de activiteit?
Hoe was het contact met de
leerlingen?

Voor aanvang van de les aangeven door de student.

Ik wil mijn praktijkopleider vragen om te kijken naar de


manier waarop ik orde houd.
Goede opbouw van de les. De kinderen leerden het nummer
snel aan. Het lied in verschillende tempos aanleren had je iets
vaker kunnen oefenen, zodat het meer gelijk gaat.

Goede ondersteuning met de aanwijs oefening op het


digibord. Zorg voor structuur voor de kinderen, zeg duidelijk
wat je wel en niet verwacht van ze. De kinderen vonden je
gitaar erg interessant, zorg voor betrokkenheid.

Waarmee kan de student het meest tevreden zijn?

Belangrijkste aandachtspunten voor de volgende keer

De snelle manier waarop het liedje aangeleerd is.

De kinderen bij hun eigen plek laten staan om het liedje te


zingen, zodat de kinderen elkaar niet te snel druk maken.

You might also like