KLAS 1B STAGESCHOOL OBS De Hobbit STAGEBEGELEIDER Maddy Lafforest STAGEGROEP 6 DATUM / VAK / ONDERWERP Muziek lied aanleren
VOORBEREIDING Omcirkelen: Dit is een leerkracht/ gedeeltelijk leerkracht-gedeeltelijk leerling/ leerling gestuurde les. Dit is een zelfontworpen / methode / combinatie les. DOELEN VOOR DE LEERLINGEN DOEL(EN) + Welk type doel; kennis en inzicht, vaardigheid of attitude gerelateerd? + Wat moet deze les opleveren (product, specifiek en meetbaar)? + Welk gedrag wil ik oproepen/ wat moeten de ll tijdens de les oefenen of ervaren (procesdoel)?
Vaardigheid: de kinderen moeten kunnen zingen. Kennis: dat de leerlingen aan het einde van de muziekles minimaal twee coupletten van het lied zelfstandig kunnen zingen. Attitude: de leerlingen doen actief mee en laten elkaar veilig voelen tijdens het zingen.
Aan het einde van de muziekles kunnen de leerlingen minimaal 2 coupletten van het Boodschappenlied zonder hulp uit hun hoofd zingen.
Ik wil gedrag oproepen waarbij de leerlingen zich veilig genoeg voelen om het lied mee te zingen en eventueel een couplet alleen te zingen. Ook wil ik dat alle leerlingen actief mee doen met het meezingen van het lied. LESSPECIFIEKE BEGINSITUATIE
Het is een drukke, actieve groep die uitdaging leuk vinden.
KENNIS / VAARDIGHEDEN + Wat weten en/of kunnen de leerlingen al?
De leerlingen kennen dit lied nog niet en hebben het ook nog nooit gehoord. Ze krijgen ook bijna geen muziekles. + Van welke vakspecifieke theorie, didactiek, leerlijnen maak ik gebruik? Door gebruik te maken van de echo techniek zodat de leerlingen de coupletten en boodschappen goed gaan onthouden. ONDERWIJSBEHOEFTEN + Wat zijn de pedagogische en didactische onderwijsbehoeften van de groep? +Indien van toepassing: Wat zijn specifieke individuele onderwijsbehoeften?
Deze groep heeft behoefte aan duidelijkheid, af en toe beweging en orde in de klas.
Er zijn twee kinderen die naast mij moeten zitten in de kring. BELEVING + Op welke ervaringen kan ik aansluiten? + Actualiteit (leefwereld) + Betrokkenheid
Door vragen te stellen als: Wie doet er bij jullie boodschappen? Doe jij wel eens boodschappen, zo ja voor wie en wat moet je dan wel eens halen?
MATERIALEN MATERIALEN + Wat moet ik klaarleggen, welke leermiddelen gebruik ik? + Op welke manier laat ik de materialen de lesinhoud ondersteunen. + Welke methoden, bronnen gebruik ik. (APA)?
De cd met het boodschappenlied erop.
Door middel van de cd kunnen de leerlingen meezingen met het lied.
Ik gebruik de bron eigen-wijs met het lied Boodschappenlied. LESOPBOUW
TIJD -- Min ACTIVITEIT Wat doe ik? Wat doen de leerlingen? Vorm ISK INLEIDING + Verwachtingen / doelen duidelijk maken
Ik zeg voordat we beginnen met zingen wat mijn verwachtingen van de leerlingen zijn en wat de regels zijn tijdens de muziekles.
KERN Houd rekening met: LESSTOF + Welke informatie komt aan bod, in welke volgorde en aan wie? + Hoe maak ik de lesstof toegankelijk en overzichtelijk?
+ Welke vragen stel ik en aan wie? + Heb ik goed voor ogen wat ik met deze les wil bereiken? + Pendelen tussen leerstof, leerling en leefwereld. WERKVORMEN + Welke werkvormen kies ik en voor wie? + Hoe zorg ik voor voldoende variatie in werkvormen? BEGELEIDING
Als inleiding beginnen we met wat oefeningen. Het losmaken van de spieren en wat stemoefeningen.
Dan stel ik de vragen die ik heb voorbereid. Ik zing het eerste couplet voor, de kinderen zingen het na. Dan zing ik het tweede couplet voor, de kinderen zingen het na. En zo gaan we het lied door. Ik werk dus met de echo techniek. Nadat we het hele lied samen gezongen hebben, mogen er een paar kinderen zelf een couplet zingen. Dus kind 1 couplet 1. Klas zingt het dan na en zo maken we het lied weer af. Dan zingen we als einde het hele lied nog een keer met de hele klas.
De vragen aan het begin, stel ik aan de hele klas. Ik geef kinderen die hun vinger opsteken een beurt. Door middel van de doelen die ik gesteld heb, heb ik goed voor ogen wat ik met deze les wil bereiken.
Door te kijken en te vragen of de kinderen alle producten in het lied voorkomen wel kennen.
Ik kies voor de echo techniek omdat de kinderen dan de producten vaker horen en de boodschappen zo dan beter onthouden. Variatie is er doordat we met de klas het lied zingen maar ook kinderen individueel coupletten zingen. Zo wisselen we af. Deze klas is heel erg enthousiast en daar geef ik complimenten
+ Welke positieve kenmerken zijn er en hoe speel ik daar op in? + Hoe speel ik in op onderwijsbehoeften? + Hoe cluster ik de kinderen in groepen. + Hoe stimuleer ik de motivatie van leerlingen? + Hoe geef ik feedback aan leerlingen? GROEPS MANAGEMENT + Wat kan ik al voorzien en hoe reageer ik daarop + Beurtverdeling
+ Pakken en opruimen materialen
+ Regels, afspraken over.
Sommige leerlingen vinden het eng om te zingen, daar toon ik begrip voor en houd daar rekening mee door ze bijvoorbeeld niet een beurt te geven om individueel te zingen. We doen dit lied klassikaal (later een aantal leerlingen individueel) in de kring.
Door complimenten te geven en zelf ook mee te doen. Positief gedrag complimenteren. Dat leerlingen elkaar uit gaan lachen of antwoorden voor gaan roepen. Dan herhaal ik de afspraken die gemaakt zijn. De beurtverdeling ligt eraan welke kinderen durven te zingen, die leerlingen geef ik een beurt.
De leerlingen ruimen als de muziekles afgelopen is, allemaal hun eigen stoel op en we zetten samen de tafels weer recht.
We spreken van te voren af dat we allemaal actief meedoen en niemand gaan uitlachen of antwoorden voor gaan roepen tijdens het zingen. De afspraak geldt ook, dat als een leerling dat wel doet, diegene even niet meer meedoet en aan zijn eigen tafel mag gaan zitten. KLAAR / NIET KLAAR + Wat kan een leerling doen als hij klaar / niet klaar is?
Als we helemaal klaar zijn met de muziekles, gaat iedereen op zijn eigen plek zitten voor de volgende les en ruimen we de klas weer netjes op (stoelen terug zetten, tafels goed zetten etc).
AFSLUITING + Hoe bespreek ik de les na? + Hoe controleer ik of leerlingen de doelen
We zingen het lied als laatste keer nog een keer met de hele klas. Ik vraag de kinderen hoe ze het vonden, wat ze eventueel lastig vonden en of iemand nog een aantal boodschappen kan noemen
hebben bereikt? + Hoe evalueer ik de les met de leerlingen? wat er in het liedje gezet wordt. OVERGANG + Hoe zorg ik voor een overgang naar de volgende les? Door een klein rijmpje te zingen (in het thema van het liedje)met daarin de spullen die ze voor de volgende les nodig hebben.