You are on page 1of 5

Kritische reflectie kwartaal 3

Aan het begin van ieder kwartaal wordt er een aantal doelen voor ons als
studenten gesteld. Deze doelen hebben betrekking op de OGP van dat kwartaal.
In dit document beschrijf ik wat ik heb gedaan om aan deze doelen (kritische
handelingen) te werken. Ik beschrijf wat er goed ging, wat er minder goed ging
en waar ik dus in het volgende kwartaal nog aan wil werken. Verder beschrijf ik
hoe ik door de dingen die ik heb gedaan ben gegroeid naar mijn beeld van goed
leraarschap.

Naam en klas Naam SLB: Naam


student: Leanne Polman Werkplekbegeleider
Saskia Sapone :
(PEH16VA) Vivie Dentener
Stagegroep: Datum: Werkplek (naam
1/2 12-04-2017 school):
Montessorischool
(Weert)

A.1 Bespreken van en omgaan met regels


2.1 fysiek en sociaal-emotioneel veilige leeromgeving
De student is mede verantwoordelijk voor het realiseren van een fysiek en
sociaal-emotioneel veilige leeromgeving, met betrekking tot eigen gedrag, de
dagelijkse omgang met leerlingen en de omgang van leerlingen met elkaar.
Ik heb aan deze kritische handeling gewerkt door bij bijna iedere les van te voren
aan te geven wat ik van de kinderen verwachte. Ik zorgde ervoor dat iedereen de
regels wist en vaak heb ik de kinderen hiermee laten instemmen. De kinderen
hielden zich meestal ook aan deze regels. Wanneer de kinderen zich hier niet aan
hielden had ik iets om op terug te wijzen. Ik heb gemerkt dat dit goed werkt.
Duidelijke en gezamenlijke regels en normen zorgen voor een positief
groepsklimaat (Luitjes & De Zeeuw-Jans, 2015). Het lukt me nog niet altijd om
een consequentie te geven wanneer de kinderen zich niet aan de regels houden.
Dit gaat wel al beter dan eerst. Dit ging bijvoorbeeld goed bij een gymles die mijn
mentor gaf. Tijdens deze les heb ik bij een onderdeel gestaan om de kinderen
hiermee te helpen. Een kind bij een ander onderdeel wilde de skippybal niet
doorgeven aan de volgende die aan de beurt was. Ik probeerde eerst de
skippybal bij hem weg te pakken. Dit lukte niet en het kind werd boos. Ik heb
tegen het kind gezegd dat hij de skippybal door moest geven aan de volgende of
dat hij anders terug naar de klas moest en niet meer mee mocht doen met de
gymles.

A.3 Leiding geven aan het groepsproces


4.7 onverwachte situaties
De student past zijn organisatie aan bij onverwachte situaties op microniveau.
Ik heb gemerkt dat er in groep 1/2 vaak onverwachte situaties optreden. Een
paar voorbeelden: een kind dat in de broek plast, een potje verf dat omvalt over
de werkjes van de kinderen, een keuken die ineens helemaal onder water ligt. Dit
is allemaal voorgekomen op de dagen dat ik in de klas was, tijdens de werktijd of
tijdens een les die mijn mentor gaf. Wanneer er meerdere juffen/stagiaires in de
klas zijn, zijn deze situaties makkelijk op te lossen. Op deze momenten heb ik dan
ook niet veel moeite gehad met deze situaties. Wanneer dit soort situaties
optraden heb ik samen met het kind/de kinderen de spullen opgeruimd. Dit soort
situaties zouden ook voor kunnen komen tijdens een les die ik geef.
Wel heb ik andere onverwachte situaties meegemaakt tijdens lessen die ik gaf,
zoals een kind dat niet wilde luisteren, een kind dat de hele tijd aan het zingen
was, een kind dat heel vaak naar de wc liep tijdens een les. Ik vind dat ik hier
goed op heb gereageerd. Wanneer ik een kind aansprak die niet wilde luisteren,
heb ik geprobeerd om een consequentie aan te geven. Het kind dat steeds naar
de wc liep heb ik eerst gewoon laten gaan. Ik kon het namelijk niet maken om de
rest van de klas hierop te laten wachten. Uiteindelijk, toen ze weer weg wilde
lopen, heb ik er wel iets van gezegd.

A.4 Interactie aangaan met de groep


3.12 feedback aan leerlingen
De student evalueert onderwijsactiviteiten met kinderen en geeft feedback aan
leerlingen op proces en product.
Ik heb er dit kwartaal heel erg op gelet dat ik aan het einde van een les
evalueerde met de kinderen. Aan het begin van dit kwartaal vond ik het nog
lastig om te bepalen op welke manier ik dit het beste bij een bepaalde les kon
doen. We hebben het in de lessen op school niet gehad over het evalueren met
kinderen. Ik heb wel hierover gepraat met medestudenten en een vakdocent en
zij hebben mij handige tips gegeven. Nu weet ik steeds beter hoe ik kan
evalueren en gaat het me gelijk ook gemakkelijker af. Ik probeer bij de meeste
lessen een manier te vinden die bij het onderwerp of de werkvorm van die les
aansluit. Bij mijn natuur & techniekles heb ik bijvoorbeeld in groepjes gewerkt.
Aan het einde van de les heb ik ieder groepje kort laten vertellen wat ze hebben
gedaan en hoe dit ging. Wanneer ik geen manier weet die bij de les aansluit
vraag ik bijvoorbeeld aan de kinderen of de ze les moeilijk/makkelijk vonden en
wat ze dan moeilijk/makkelijk vonden.

B.1 Leerdoelen stellen


7.3 onderzoekende en refl ectieve houding
De student toont een onderzoekende en reflectieve houding; onderzoekt
systematisch zijn eigen handelen, reflecteert en maakt gebruik van feedback van
kinderen, docenten, medestudenten en leerkrachten; hanteert
onderzoeksinstrumenten.
Aan het einde van iedere stagedag bespreek ik met mijn mentor hoe de les(sen)
ging(en) die ik die dag heb gegeven. Mijn mentor laat me dan altijd eerst zelf
vertellen hoe ik het vond gaan. Hierna vult zij mij aan met feedback. Ik vind dat
ze dit op een prettige manier doet. Tijdens mijn les houdt ze mijn
lesvoorbereiding bij zich en let ze op de stappen die ik hierin had beschreven.
Wanneer ze feedback heeft op een bepaalde stap schrijft ze dit erbij. Aan het
einde van de lesvoorbereiding schrijft ze ook altijd nog algemene feedback. De
punten die zij minder goed vond gaan in een les en de tips die zij mij geeft neem
ik altijd mee naar volgende lessen.
Om naar mijn eigen handelen van dit kwartaal te kijken heb ik een keer het begin
van mijn les laten filmen. Ik vond het gek om mezelf voor de klas te zien staan,
maar ik kan hier wel veel van leren. Een groot aantal onderzoeken geeft aan dat
het kijken naar video-opnamen je reflectie en het lesgeven verbetert (Kokee,
2016).Ook heb ik dit kwartaal een POP gemaakt. Hiermee ben ik van plan om
systematisch aan mijn ontwikkeling te werken. De POP die ik heb gemaakt gaat
over de betrokkenheid van de kinderen. Verder heb ik dit kwartaal nog op een
aantal lessen feedback gevraagd aan medestudenten. De tips die ik heb
gekregen heb ik toegepast in mijn lesvoorbereiding. Ik heb er niet meer aan
kunnen werken in de praktijk, omdat ik deze lessen al had uitgevoerd. Ik ga de
tips dus meenemen naar het volgende kwartaal.

B.2 Leeractiviteiten ontwerpen


3.6 werkvormen en groeperingsvormen, 4.2 tijdsbewaking, 4.5
leeromgeving inrichten
De student hanteert doelgericht verschillende werkvormen en
groeperingsvormen.
De student bewaakt de tijd tijdens een uitvoering van de activiteit.
De student richt de leeromgeving zodanig in dat hij kan werken met zowel kleine
als grote groepen; zet hulpmiddelen en materialen klaar voor eigen lessen.
Dit kwartaal heb ik in de lessen van PPO verschillende werkvormen aangeboden
gekregen. Ik vond het lastig om deze werkvormen in te zetten bij kleuters, omdat
je kleuters minder makkelijk kan laten samenwerken. Bij mijn natuur &
techniekles heb ik gewerkt in groepjes. Hier heb ik dus wel geprobeerd om een
coperatieve werkvorm in te zetten. Ondanks dat deze les heel onrustig was,
lukte het de kinderen wel om samen te werken binnen de groepjes. Andere
lessen die ik heb gegeven vonden plaats in de kring. De meeste lessen in groep
1/2 vinden plaats in de kring. Ik ben er dit kwartaal achter gekomen waarom de
kring vaak wordt ingezet bij kleuters. Een les in de kring heeft namelijk veel
betekenis voor de kinderen. Dit komt vooral door het sociale karakter van de
kring, iedereen zit bij elkaar en iedereen doet mee (Janssen-Vos & Schiferli,
1991).
Ik heb dit kwartaal gewerkt aan het bewaken van de tijd tijdens een les/activiteit.
Aan het begin van het kwartaal vond ik het nog lastig om in te schatten hoelang
de kinderen betrokken konden blijven bij een les. Ik heb toen een aantal lessen
gegeven waarbij de tijd bewaken niet heel goed ging. Ik bleef bijvoorbeeld te lang
bij een onderwerp hangen, of ik wilde alle vragen van de kinderen beantwoorden.
Ik kan nu beter van te voren inschatten hoelang ik een onderdeel van de les kan
laten duren. Ook let ik tijdens de les beter op de tijd. Ik vind het nog lastig om
aan te voelen wanneer de betrokkenheid van de kinderen weg aan het vallen is.
Alle lessen die ik heb gegeven dit kwartaal waren met de hele klas. Aan het
stukje werken met zowel kleine als grote groepen heb ik dus niet zozeer
gewerkt. Tijdens het maken van een lesvoorbereiding probeer ik zo goed mogelijk
te bedenken wat voor materialen ik allemaal nodig heb tijdens een les. Deze
materialen leg ik altijd aan het begin van de dag vast klaar.

B.3 Leeractiviteiten begeleiden


1.1 zicht op groepjes leerlingen, 2.6 samenwerking, zelfredzaamheid
De student houdt zicht op groepjes leerlingen: geeft (bege-)leiding aan
individuele leerlingen, kleine groep(en) en grote groep; vangt incidenten
met/tussen leerlingen op; zorgt ervoor dat groepjes die hij begeleidt naar
behoren functioneren; rapporteert hierover aan de leraar.
De student stimuleert samenwerking, zelfredzaamheid en assertiviteit bij
leerlingen.
In de twee lessen die ik heb gegeven waarin ik met groepjes heb gewerkt lukte
het mij om overzicht te houden op de groepjes. Ik loop altijd goed langs alle
groepen. Het is wel eens voorgekomen dat er kinderen binnen deze groepjes
anderen aan het vervelen waren. Deze kinderen spreek ik dan eerst aan op hun
gedrag. Wanneer ze dan niet luisteren of hierna nog steeds niet doen wat ik zei,
geef ik ze een andere plek in de klas. Hierdoor kunnen de andere kinderen beter
verder werken met elkaar. Wanneer er individuele kinderen naar mij toe komen
met een vraag of als ze iets niet begrijpen, laat ik het de kinderen eerst nog even
zelf proberen. Ik kijk dan mee wat er niet lukt. Wanneer het dan nog niet lukt help
ik de kinderen zelf, of laat ik andere kinderen helpen.
Zoals gezegd, heb ik in de meeste lessen niet gewerkt in verschillende groepjes.
De meeste lessen die ik gaf vonden plaats in de kring. In twee lessen die ik heb
gegeven zat een samenwerkend aspect. Bij deze les heb ik het samenwerken in
groepjes van 3 of 4 kinderen gestimuleerd. Bij mijn taalles (spellen) heb ik van te
voren de groepjes gemaakt. Hierbij heb ik erop gelet dat ik kinderen uit groep 0,
1 en 2 mixte. Ook heb ik vriendjes en vriendinnetjes zoveel mogelijk in
verschillende groepjes geplaatst. Dit deed ik om ervoor te zorgen dat de kinderen
die normaal niet veel met elkaar werken of spelen ook een keer met elkaar
samen moesten werken. Dit heb ik gedaan, omdat ik in mijn overdenking als doel
had dat ik de kinderen in de klas meer wilde laten mengen.
Tijdens de werktijd kwamen er wel eens kinderen naar mij toe om te zeggen dat
ze niemand vonden om mee samen te werken. Ik had toen in de gaten dat ze
naar iemand op zoek waren met wie ze vaker samenwerken. Ze keken niet om
naar de kinderen met wie ze nooit samenwerken. Ik heb deze kinderen toen
bewust naar iemand gestuurd met wie ze nooit samenwerken. Tot verbazing van
mijn mentor en van de kinderen zelf, ging dit heel goed.

E.2 Bespreken van opbrengsten en kwaliteit van leeractiviteiten met


collegas
5.2 actief bijdragen
De student levert een actieve bijdrage in de samenwerking met collegas
(medestudenten, leerkrachten, docenten): neemt initiatieven; denkt actief mee
in het kader van schoolontwikkeling; verwoord zijn eigen mening.
Dit kwartaal heb ik veel gehad aan medestudenten en docenten. Ik heb ze vaak
gevraagd om feedback/tips op mijn lessen te geven. Ook heb ik zelf feedback
gegeven aan medestudenten. Dit kwartaal ben ik gegroeid in het nemen van
initiatieven. Ik weet goed wat er allemaal moet gebeuren op een dag. Deze
dingen doe ik dan ook vaak uit mezelf. Na school vraag ik aan mijn mentor wat er
nog meer moet gebeuren en wat ik dus voor haar kan doen. Op deze manier
lever ik een actieve bijdrage.

Literatuurlijst
Kokee, S. (2016). Reflectie door leerkracht verhoogt prestaties leerlingen.
Binnengehaald op 16 april 2017 van: file:///C:/Users/Saskia
%20Sapone/Downloads/Reflectie-verhoogt-prestaties.pdf
Luitjes, M. & Zeeuw-Jans, I. De. (2015). Ontwikkeling in de groep. Bussum:
Coutinho.

You might also like