Evaluatie leerarrangement 3

Ik ben deze periode vol goede moed gestart. Ik was blij dat ik naar een andere groep ging
om stage te lopen, want daar was ik echt aan toe. Gelukkig werd dit ook beaamd door onze
basisschoolcoach. Ik was dan ook blij dat ik bij hem in de groep mocht gaan stage lopen. Dat
ben ik overigens nog steeds.
Ik heb nu een mentor die mij echt op weg helpt, mij ondersteunt en tips geeft. Daar ben ik
heel erg blij mee. Ik kan erg veel met deze tips en neem de tips die ik krijg steeds mee naar
de volgende les.
Kijkende naar bijvoorbeeld het reflecteren op een les: Ik vind het altijd lastig om terug te
kijken naar een les. Ik haal altijd liever aan wat ik fout deed, terwijl er ook zoveel goed ging.
Dit heeft mijn werkplekbegeleider mij echt geleerd. Maak je reflectie aan de hand van deze
vier vragen: wat wilde ik, wat deed ik, hoe deed ik dat en hoe nu verder. Door antwoord te
geven op deze vragen krijg je een hele complete reflectie. Ik ben erg blij dat mijn mentor mij
dit meerdere keren heeft willen uitleggen.
Daardoor krijg ik nu veel beter zicht op mijn lessen en kan ik op een makkelijkere manier
feedback op mijn eigen handelen geven.

Mindmap

We zijn dit kwartaal wederom begonnen met het maken van een mindmap. Deze mindmap is
nog niet zo uitgebreid, omdat we aan het einde van de periode nog een mindmap moesten
maken, deze is veel concreter.
Herpen (2016) beschrijft dat het belangrijk is om eerst met de leerlingen aan de relatie te
werken. Wanneer er sprake is van een sterkte relatie, volgt de prestatie vanzelf. Ik heb met
de leerlingen veel aan onze relatie gewerkt. Bijvoorbeeld door een levensbeschouwelijk
gesprek te voeren. Bij dit levensbeschouwelijke gesprek waren vooral vertrouwen en respect
de speerpunten. Als er geen relatie is, is er geen sprake van een groep.
Van Engelen beschrijft dit ook in zijn boek. Voordat je kunt spreken van een groep moeten er
een aantal kenmerken aanwezig zijn. Die kenmerken zijn relatie, rollen en groepsnormen.
Dit is erg belangrijk.
Een ander belangrijk punt vind ik open zijn naar elkaar. Dit heeft te maken met de
communicatie binnen een groep. Ik vind dat je goed met elkaar moet kunnen communiceren.
Waarom het belangrijk is om goed te kunnen communiceren? Bijvoorbeeld om ervoor te
zorgen dat er geen misverstanden kunnen ontstaan. Openheid heeft ook te maken met het
eerlijk zijn naar elkaar en jezelf, je moet je durven openstellen. Het is belangrijk dat je je
openstelt voor elkaar en de leerstof. Wanneer de leerlingen zich openstellen om nieuwe
dingen te leren, zullen ze die ook sneller leren.
Vertrouwen is misschien wel het belangrijkste binnen de groep. Wanneer de leerlingen en de
leerkracht, zich vertrouwd voelen in de groep, zullen ze zich eerder open durven te stellen en
zichzelf durven zijn. Kerpel (2014) beschrijft dat het pedagogisch klimaat gaat over alle
omgevingsfactoren die meewerken aan het welbevinden van de leerlingen. Hierdoor kan een
leerling zich verder ontwikkelen. Relatie hoort er dus zeer zeker te zijn in een groep om je
zowel als individu en als groep te ontwikkelen.
Hierboven zie je mijn tweede mindmap. Deze heb ik aan het einde van dit kwartaal gemaakt.
Ik heb de mindmap van het begin van het kwartaal als uitgangspunt gebruikt en heb hier een
aantal dingen bijgevoegd. Eerst had ik een veel grotere mindmap, maar ik kreeg als
feedback dat ik deze beter wat kon inkorten.

Feedback van medestudent

Je mindmap mag best wat ingekort Je hebt nu heel erg veel in. Probeer de belangrijkste
punten hieruit te halen en beschrijf deze. Wel goed dat je zoveel hebt kunnen bedenken.

Anouk Eijpe 20-05-2018

Ik vind een relatie binnen de groep heel erg belangrijk, dat heb ik gedurende deze periode
ontdekt. Ik heb dit ook op stage duidelijk gezien. De groep waarin ik stage loop is tot op
zekere hoogte een echte groep. Ze zijn erg hecht en kunnen goed met elkaar overweg. Maar
toch zijn er ook een aantal leerlingen die sterk buiten de groep vallen. Ik heb ervoor gekozen
om deze leerlingen extra bij de groep te betrekken. Dat is mijn doel geweest gedurende deze
ogp opdracht.

De kritische handelingen
Gedurende dit kwartaal moesten we ook een aantal kritische handelingen behalen. Deze kritische
handelingen heb ik hieronder besproken.

A.1. Bespreken van en omgaan met regels.

Gedurende de lessen die ik in deze periode gegeven heb, heb ik hier veel aandacht aan besteed.
Voorafgaand aan de lessen bespreek ik altijd met de leerlingen wat mijn verwachtingen zijn. Ik
spreek uit welke regels gedurende deze les centraal staan. Ook bespreek ik wat de leerlingen
belangrijke regels vinden. Deze kunnen we eventueel toevoegen. Ik geef de leerlingen dus ook
inspraak binnen mijn lessen. Dit zie je bijvoorbeeld terug in mijn les muziek. De leerlingen hebben
gezamenlijk en met mij de regels voor deze les bedacht. Dit vond ik heel belangrijk omdat het een
hele vrije les betrof, waarin duidelijkheid wel heel belangrijk was. Anders zou het een enorme chaos
worden. Vandaar ook dat ik het belangrijk vond om deze regels gezamenlijk te maken.

A.3. Leiding geven aan het groepsproces.

Dit is zowel bij mijn geschiedenis- als mijn tekenles naar voren gekomen. Bij beide lessen kon ik
merken dat de leerlingen het lastig vonden om zich aan bepaalde dingen te houden. Ik had ervoor
gekozen dat de leerlingen tien gebeurtenissen uit hun schoolcarrière moesten kiezen en deze op de
tijdlijn moesten plaatsen. Na een korte tijd kon ik echter al merken dat sommige leerlingen dit heel
erg lastig vonden. Ik heb er toen voor gekozen om dit aan te passen. Vanaf dat moment mochten de
leerlingen die echt geen tien dingen konden bedenken, ook vijf dingen uitkiezen die ze op de tijdlijn
zouden plaatsen. Hier kreeg ik direct fijne feedback op van de leerlingen. Ik kon ook merken dat die
leerlingen toen veel meer plezier kregen in het maken van de tijdlijn. Omdat er niet meer zoveel druk
op lag. Tien dingen was voor hun gewoon veel te veel.
A.4. Interacties aangaan met de groep.
Na de les geef ik de leerlingen altijd feedback. Dit doe ik door gezamenlijk terug te kijken naar ons
lesdoel. Wat was ons lesdoel? Waar zouden we ons op focussen? Ik vraag de leerlingen of ze vinden
dat ons lesdoel bereikt is, en zo niet, hoe we dit de volgende keer wel kunnen behalen. Verder laat ik
de leerlingen ook elkaar feedback geven. Dit is bijvoorbeeld gebeurd bij de kunstzinnige oriëntatie
lessen. Bij de beide lessen die ik heb gegeven, hebben de leerlingen elkaar feedback gegeven. Dit heb
ik wel nog een beetje gestuurd, zodat het zeker feedback zou worden. Ik wilde waken voor dingen als
‘’Die is lelijk’’. Ik heb de leerlingen geprobeerd te leren hoe je goede feedback geeft, en het liefste
opbouwende feedback.

B.1. Leerdoelen stellen.

Ik heb in sommige lessen hele waardevolle feedback gekregen. Niet alleen van mijn mentor maar ook
van de leerlingen in de groep. Bij een volgende lesvoorbereiding houd ik altijd rekening met de
feedback die ik eerder gekregen heb. Ik probeer deze feedback altijd op een goede manier te
verwerken. Zodat ook mijn mentor goed kan zien dat ik echt iets doe met de feedback. Dit krijg ik ook
terug van mijn mentor. Hij geeft aan het fijn te vinden dat ik iets doe met de feedback die hij me
geeft.

Voornamelijk bij de feedback van de les muziek zie je dit heel erg goed naar voren komen. Ik heb in
deze les veel feedback gekregen, en heb dit ook heel erg uitgebreid beschreven in de reflectie die
hoort bij deze les.

B.2. Leeractiviteiten ontwerpen.

Deze periode ben ik veel bezig geweest met deze kritische handeling. Zo kwam ik er achter dat ik het
soms best wel lastig vind om concreet te kijken naar de tijd. Ik had moeite met het bepalen van de
juiste lengte van een les. Voor sommige lessen had ik te krap tijd en voor andere lessen had ik juist
weer heel veel tijd. Hierbij heb ik ook hulp gevraagd. Met behulp daarvan heb ik in mijn latere
lesvoorbereidingen geprobeerd hier zoveel mogelijk rekening mee te houden.

Ook de werkvormen waren deze periode heel erg belangrijk. Ik heb voornamelijk gekeken naar de
coöperatieve werkvormen. Dus hoe ik de leerlingen op een goede manier samen kon laten werken.
Voorbeelden hiervan zijn de lessen taal, geschiedenis, kunstzinnige oriëntatie en natuuronderwijs.
Ook heb ik gekeken naar ontdekkend leren, dit was bij de lessen kunstzinnige oriëntatie en muziek. Ik
vond het heel waardevol om hier deze periode zoveel mee bezig te zijn. Ik zal in volgende lessen dan
ook eerder kiezen voor een coöperatieve vorm in mijn les.

B.3. Leeractiviteiten begeleiden.

Hierbij heb ik voornamelijk gekeken naar de vrije momenten, de werklessen. Gedurende de
werklessen geef ik vaak een instructie aan een deel van de groep. Omdat we een klas hebben waarin
drie leerjaren met elkaar samen zitten, is dit soms best wel een karwei. Wanneer ik een instructie
geef moet ik ook weten wat er in de rest van de groep gebeurt. Dat vind ik soms best wel lastig, maar
het is wel heel erg belangrijk. Ik ben hier deze periode heel erg bewust mee aan de slag gegaan. Ik
heb afspraken met mezelf gemaakt. Zo kijk ik bij een dictee na iedere zin de groep rond, om te zien
of iedereen nog aan het werk is. Het zijn maar kleine dingen, maar daardoor merk ik wel eerder op of
de leerlingen op een goede manier aan het werk zijn, en niet urenlang met een vraag blijven zitten.
Onze werklessen duren vaak 2,5 uur. Daarom vind ik het extra belangrijk dat een leerling niet te lang
met een vraag blijft zitten. Dat is zonde van de effectieve leertijd. Je ziet dit voornamelijk terug in
mijn lessen rekenen en taal. Deze lessen heb ik niet aan de gehele groep gegeven, maar aan een klein
deel van de groep. Hierdoor zie je goed terug dat ik heb gewerkt aan het zicht houden op de gehele
groep. Ik heb dit ook beschreven in deze lesvoorbereidingen.

E.2. Bespreken van opbrengsten en kwaliteiten van leeractiviteiten met collega’s.

Ik heb deze periode veel contact gehad met mijn mentor. Voornamelijk over de groep, maar ook over
de lessen die ik ging geven, of de lessen die ik gegeven had. Maar ook het contact met mijn
medestudenten was deze periode heel nauw. We hebben veel contact gehad over de lessen die we
gegeven hebben en mede dankzij ons blog hadden we veel contact. We gaven elkaar feedback op
lessen en op de blogpost die we plaatsen. Ik had een erg fijn groepje, hierdoor heb ik dit sparren als
heel prettig ervaren. Wanneer ik tegen bepaalde dingen aanliep, waren er meteen medestudenten
waar ik mee in gesprek kon gaan. Ik stond er nooit alleen voor en heb van deze hulp ook zeker
gebruikgemaakt.

Tremio, K. (2017). Effectieve complimenten geven: Hoe doe je dat?. Geraadpleegd op 17 april 2018,
van https://www.onderwijsvanmorgen.nl/effectieve-complimenten-geven-hoe/

Fontys. (2018). Competentieprofiel P-fase. Geraadpleegd op 18 april 2018, van

https://connect.fontys.nl/instituten/fhke/Opleidingen/Pabo/competentieprofiel/Paginas/default.aspx

Van Herpen, M. (2016, 27 oktober). Zonder relatie, geen prestatie. Geraadpleegd op 20 april 2018,
van https://wij-leren.nl/zonder-relatie-geen-prestatie.php

Kerpel, A. (2014). Het pedagogisch klimaat. Geraadpleegd op 20 april 2018,

van https://wij-leren.nl/pedagogisch-klimaat-artikel.php
Feedback van mijn studieloopbaanbegeleider

Dit is de feedback die ik van mijn studieloopbaanbegeleider heb ontvangen. Mijn

studieloopbaanbegeleider is Henriëtte Janssen – Verschuuren.

Beste Yara,
Bij deze mijn feedback op het reflectieverslag van LA3.
Je bent in dit verslag uitgegaan van een mindmap en de kritische handelingen. In je reflectie lees ik
dat je reflecteert op deze handelingen en welke theorie daarin van betekenis is geweest. Goed
gedaan!

Ontwikkelingsgerichte feedback:
Je mag nog wat meer concretiseren welke activiteiten/lessen van betekenis zijn geweest in jouw
leerervaring m.b.t. de kritische handelingen. Daarnaast verdient je taal en spelling nog extra
aandacht! Ik zie enkele fouten.

Groeten Henriëtte Janssen