You are on page 1of 2

Tegen de verschraling Debatten komen en gaan maar er is n debat dat altijd relevant blijft, zowel vandaag als vorige

week als 20 jaar geleden. Dat is het debat over de rechten en de plichten van de media. We hebben gemerkt dat er in Vlaanderen een gebrek aan mogelijkheden is om een fatsoenlijk intellectueel debat te voeren. De media voeren de laatste jaren een kijkcijferoorlogen, lezersoorlogen en verscheidene andere oorlogen die te maken hebben met de gunsten van het publiek. Hierbij is er een simplificering van nieuwsitems (Zo is er bijvoorbeeld alleen de Groene Amsterdammer nog in het Nederlands taalgebied die artikelen langer dan 6000 woorden plaats)(opzoeken), de infotainment en een verontrustend popularisme die opkomst maken. Hierbij wordt er door enkele personen beslag gelegd op de publieke intellectuele positie. Dit resulteert in een verarming van het intellectueel landschap in Vlaanderen. Er zijn een paar redenen aan te geven om hier wat aan te doen. Naast de aloude discussie of het draait om kwaliteit-kwantiteit draait deze discussie ook om verantwoordelijkheid van de media. Wij zijn van mening dat deze beide naast elkaar kunnen bestaan. Nu is het echter de mediageile kwantiteitskant die de overhand heeft. Wij vinden dat het niet de verantwoordelijkheid is van alle media om toe te geven aan de grillen van het publiek. De media dient naast vermaak te bieden ook om kritiek te leveren op de stand der dingen en daarnaast zit er een moreel aspect aan de mediavoering. Het moet de mogelijkheid durven aanreiken om in discussie te treden. Dit niet door fora op internet te openen bij artikelen waar elke burger zijn mening kwijt kan, maar door plaats te voorzien in de publieke ruimte voor een goed doordacht debat. De opiniepagina's van de kranten geven hier onvoldoende ruimte voor en zijn in beslag genomen door slechts enkele ingekorte bijdragen van bekende gezichten. In relatie tot bijvoorbeeld Frankrijk is dat een povere stand van zaken. Daar zijn aparte kanalen ontwikkeld om een polyfoon intellectueel landschap te creren en in stand te houden. Sinds de jaren '60 is er een vrije ruimte waar intellectuelen in discussie kunnen treden. Denk bijvoorbeeld aan de interventies van Foucault, Derrida, Levinas en recenter ook Badiou en Zizek. In Nederland is er het centrum . die apart is opgericht om intellectueel debat te organiseren. In Vlaanderen blijven we hierbij achter. Slechts enkele bekende gezichten worden hier af en toe op tv gevraagd om hun mening. Denk hierbij aan bijvoorbeeld Etienne Vermeersch, Rik Pinxten en Jean Paul Van Bendeghem. De grenzen van mijn verstaanbaarheid zijn de grenzen van uw verstand, zo wist Fichte. Dit wijst op de noodzaak dat het mogelijk moet zijn om moeilijke dingen volledig uitgelegd te krijgen zonder de dingen te simplificeren. Anders krijgen we twee gevolgen. Ten eerste intellectuelen die hun standpunten niet uitgelegd krijgen en naast elkaar gaan discussiren. Ten tweede onnozele discussies van het publiek die hier onvoldoende genformeerd is, zoals dat nu soms het geval is. Kijk naar bijvoorbeeld het islamdebat, de BHV-kwestie en de kwestie van de vrije meningsuiting. Een van de oplossingen we voorstellen is om aparte kanalen te ontwikkelen die de nadruk leggen op kritische reflectie. Zoals daar zijn aparte programma's voor intellectuele discussie, aparte katernen in de kranten en de academicus die uit zijn ivoren toren komt en de ruimte krijgt om

zijn standpunten te beargumenteren. Deze bijdrage tot de discussie over de mogelijkheden van de media probeert de deur op een kier te zetten voor verandering van deze media. Hiervoor is volgens ons een onderzoek nodig naar de mogelijkheden en de grenzen van de media. Deze moeten volgens ons nodig worden herzien. Arno Van den Hende & Pim Cornelussen studenten 2e bachelor filosofie

You might also like