Professional Documents
Culture Documents
ontwikkeling
oktober 2007 1
Sociaal vaardig
Elke mens heeft nood aan soicaal contact
Sociaal vaardig wordt je al doende
Communiceren van gevoelens en verlangens
Sociale redzaamheid
Speciale plaats van de school en voorziening
oktober 2007 2
Hoe werken we daaraan?
Schoolniveau:
Visie op ondersteuning
Schoolklimaat
Gezamenlijke activiteiten
Groepsniveau: in de pedagogische eenheid
Relatie leerkracht – leerling
Verhelderen van de omgeving
Werken aan het zelfbeeld
Kindniveau: individuele ondersteuning
Observatie
Specifieke hulp
• In de klas
• Buiten de klasoktober 2007 3
CYCLISCH PROCES VAN HANDELINGSPLANNING
evaluatie visie
ONDERSTEUNINGS-
BEHOEFTEN VAN HET
KIND
aanpak beeldvorming
doelen
oktober 2007 4
Cyclisch proces
Beeldvorming
Verzamelen van gegevens
Zoeken naar aanknopingspunten
Plannen:
Selecteren van doelen
Nadenken over de aanpak
Afspraken maken
Uitvoeren – handelen
Dagdagelijks werken
Bewaken en bijsturen
Evalueren: proces en product
oktober 2007 5
Uitgangspunten - visie
Oog hebben voor het totale kind of jongere
Kwetsbare ontwikkeling
Nood aan structuur en ondersteuning
Basale behoeftenbevrediging
Veilige en betrouwbare relaties
Zelfstandigheid bevorderen
Stimuleren van sociale relaties
Bevorderen van het sociaal inzicht
Affectief weerbaarheid ontwikkelen
oktober 2007 6
Basisveiligheid
Ondersteuning
Houvast
Tolerantie
Bevestiging
Begrip
Basisvertrouwen
Liefde
oktober 2007 7
Samenhorigheid – sociaal
contact
Sociale integratie
Autonomie
Gelijkwaardigheid
Eigen identiteit
Acceptatie
Sociaal
netwerk
Deelname aan sociale activiteiten
oktober 2007 8
Relatievorming
Zelfkennis
Zelfwaardering
Waardering door anderen
Vertrouwen
Verbondenheid
Basale stimulatie
LEREN OMGAAN MET
VRIENDSCHAP
oktober 2007 9
RELATIECIRKELS:
professionelen
kennissen
vrienden
Anker
figuren
oktober 2007 10
Seksuele relatievorming
Aanknopingspunten zoeken
oktober 2007 11
Seksuele relatievorming
Informatie geven
De delen van het lichaam van de man en de vrouw
Veranderingen van het lichaam van de geboorte tot
de dood.
De voortplanting – de geboorte
Voorbehoedsmiddelen
Seksualiteit en gezondheid
oktober 2007 12
Seksuele relatievorming
Het opbouwen van een grotere
zelfwaardering – zelfbeeld
Relatievorming: training in het
relatiebekwaam zijn
Sociaal aangepast gedrag i.v.m. seksualiteit
Iemand leren kennen – een afspraak maken
oktober 2007 13
Seksuele relatievorming
Samenwonen of huwen
Kinderen krijgen – geen kinderen krijgen
Preventie van seksueel misbruik
Training in weerbaarheid
oktober 2007 14
Respect voor gevoelens
Welbevinden
Persoonlijke relaties
• In de leefsituatie
• Familie
• Vrienden, sociaal leven
Betrokkenheid in de samenleving
• Activiteiten
• Aanvaarding en ondersteuning
Tevredenheid
oktober 2007 15
Een orthopedagogisch klimaat
Een klimaat waarin kinderen met hun
beperkingen zich kunnen ontwikkelen in
optimale omstandigheden.
Is het fundament van een ‘zorgzame’
school.
oktober 2007 16
Een positief schoolklimaat
Organisatiestructuur
Evenredige taakverdeling
Overlegmogelijkheden
besluitvorming
Sfeer van vertrouwen en verbondenheid
oktober 2007 17
Een positief schoolklimaat
Teamwerk
Waardering en vertrouwen
Gezelligheid
Welbevinden
Enthousiasme en engagement
Gezamenlijk gedragen schoolvisie
Ondersteuning door de schoolleiding
Aanmoedigen en bevestigen
Open communicatie
Hoge betrokkenheid van ouders
oktober 2007 18
Een positief schoolklimaat
Onderwijskundige deskundigheid
Schoolwerkplan
In ontwikkeling blijvend
Reflectie en nascholingsbeleid
Uitdagend
Schoolomgeving
Gezellige kindvriendelijke omgeving
Gezellige uitdagende klaslokalen
Kleinschaligheid
Familiale sfeer
Rust en orde
oktober 2007 19
Beeldvorming
Stilstaan bij verwachtingen
Rekening houden met de mogelijkheden
van leerling en omgeving
Komen tot een totaalbeeld op sociaal
emotioneel vlak
– Inventarisatielijst kindkenmerken Vlaskamp
– Stop denk doe
–…
oktober 2007 20
Aandachtspunten
Belangvan een grondige observatie en
verkenning.
Informatie verzamelen
Noteren wat je ziet en hoort
Samenwerking en afstemming
Bredere kijk: GLOOTmodel
oktober 2007 21
OBSERVATIESCHEMA gebaseerd op de theorie van Dorothea
Timmers
NAAM: Datum:
Ervaringsordening Lichaams- Associatief Structurerend V
gebonden
Sociaal gedrag
ordening
Omgangsvormen
IN ANDERE SITUATIES
NAAM: Datum:
Ervaringsordening Lichaams- Associatief Structurerend V
gebonden
Contact
ordening
IN ANDERE SITUATIES
Opmerkingen:
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
oktober 2007
......................................................................................................................................................... 23
.........................................................................................................................................................
47
Praxis-bulletin leerlingvolgsysteem
de didactische leeftijd
gewenst
interactie
Sociale
1. Sociaal initiatief Zoekt nauwelijks of geen sociale Begint zo nu en dan sociale Begint voldoende vaak sociale
contacten contacten contacten
2. Agressie Reageert heel vaak met Reageert nogal eens met Reageert nooit of bijna nooit
agressiegedrag agressiegedrag met agressiegedrag
3. Samenwerken Kan helemaal niet Er zijn nog regelmatig Kind kan acceptabel
samenwerken met anderen momenten waarop het samenwerken met anderen
samenwerken misgaat
4. Samenspelen Kind speelt hoofdzakelijk alleen Kind speelt zo nu en dan met Kind speelt voldoende met
anderen anderen
5. Sociale Kind heeft geen of nauwelijks Kind heeft een matige/ beperkte Kind heeft acceptabele
w
S
o
o
n
n
g
c
k
k
t
i
l
i
interesse voor anderen belangstelling voor anderen belangstelling voor anderen
belangstelling
6. Luisteren naar Kind luistert in gesprekken niet Kind luistert in gesprekken kort/ Kind luistert voldoende naar
of nauwelijks naar anderen in beperkte mate naar anderen gesprekpartners
anderen in gesprekken
7. Zelfbeeld Diffuus zelfbeeld Verondersteld Kind heeft reëel positief
Verondersteld vermogen onvermogen zelfbeeld
Reëel negatief zelfbeeld
8. Zelfvertrouwen Over het algemeen een zwak Wisselend zelfvertrouwen Kind heeft voldoende
Het zelf
zelfvertrouwen zelfvertrouwen
9. Asserviteit Kind komt niet of nauwelijks op Kind laat nog regelmatig over Kind komt voldoende op voor
voor zichzelf zich ‘heenlopen’ zichzelf
10. Arsenaal Kind heeft nauwelijks Kind heeft zeer beperkt sociaal- Kind heeft voldoende woorden
woordenschat om gevoelens uit emotioneel begrippenarsenaal om gevoelens onder woorden te
te drukken brengen
Emoties
11. Uiten Kind uit zich niet/ nauwelijks Kind uit zich weinig emotioneel Kind kan emoties voldoende
emotioneel uiten
12. Initiatief Kind zoekt uit zichzelf geen of Kind zoekt weinig contact met Kind zoekt acceptabel vaak
leerkracht
13. Inhoud Contact is geremd en/of zeer Contact is wisselend, soms Contact is over het algemeen
kortdurend open, soms geremd, ook nog voldoende open en langdurend
vaak kortdurend
14. Aandacht Kind vraagt/ trekt voortdurend Kind vraagt/ trekt regelmatig de Kind vraagt/ trekt geen extra
de aandacht van anderen aandacht van anderen aandacht van anderen
15. Regels Kind kan zich aan veel regels Kind heeft nogal eens moeite Kind kan zich acceptabel aan de
In de groep
16. Meten Kind is voortdurend bezig zich Kind meet zich nogal eens aan Kind meet zich niet of
met anderen te meten anderen nauwelijks met anderen
17. Zelfstandig Kan nauwelijks iets zelfstandig Heeft regelmatig moeite met Kan voldoende goed zelfstandig
doen zelfstandig werken werken
werken
18. Taakgerichtheid Kan niet of nauwelijks Is wisselend taakgericht bezig Kan voldoende goed taakgericht
taakgericht bezig zijn bezig zijn
19. Spelkwaliteit Er is nauwelijks sprake van Het kind speelt wel, maar de De spelgerichtheid en kwaliteit
gericht en kwalitatief spelgedrag kwaliteit en/of gerichtheid is/zijn zijn acceptabel
matig
20. Gedragspro- Wel, namelijk:
Gedragsproblemen
blemen Geen
oktober 2007 24
Sociale beleving
NAMEN
NAMEN
Interpersoonlijke relaties.
De leerling komt los van vertrouwde
personen en gaat een relatie aan met
anderen.
De leerling houdt rekening met anderen
De leerling aanvaardt en beantwoordt
vriendschap.
Seksuele identiteit.
De leerling is zich bewust van eigen
sekse en kan daar gewoon over praten.
De leerling weet om te gaan met
gevoelens van verliefdheid.
De leerling is op de hoogte van en
bekend met mogelijkheden, gevaren en
problemen rond eigen lichaam en
seksualiteit.
De leerling ervaart en exploreert seksuele
gevoelens.
Gevolgen van eigen gedrag inzien
en accepteren.
De leerling neemt verantwoordelijkheid
voor bepaalde taken en afspraken op
zich.
De leerling aanvaardt kritiek.
De leerling is oprecht.
Conclusies:
Welke positieve punten zie je om verder te werken?
………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………
1.
Doelstellingen
Aanpak
2
Doelstellingen
Aanpak
3.
Doelstellingen
Aanpak
4.
Doelstellingen.
oktober 2007 27
Aanpak
oktober 2007 28
Doelstellingen
Ontwikkelingsdoelen
Kind als vertrekpunt
Betrokkenheid bij de doelenfase
oktober 2007 29
Schema ontwikkelingsdoelen
Overzichtelijk
Totaalbeeld
Nietteveel
Met opstapjes
oktober 2007 30
Aanpak
Orthopedagogisch klimaat
Leerkrachtenstijl
Gericht op
– Zich veilig voelen
– Uitoefenen van invloed
– Persoonlijk contact
oktober 2007 31
Hoe werken aan een positief
Schoolklimaat
Systematisch werken aan een programma voor
sociaal emotionele ontwikkeling
Teambevorderende activiteiten
Aandacht voor gezelligheid
Positief denken
Duidelijke afspraken: beleefdheid - respect
Nascholingsinitiatieven
Projecten
oktober 2007 32
Preventief handelen
Leren omgaan met emoties
Zeggen wat je ‘wel’ verwacht
Verveling leidt tot conflicten
Gewenst gedrag aanleren
Realistische (hoge) verwachtingen hebben
Een persoonlijke band – relatie: aanvoelen
welke ondersteuning ze nodig hebben
oktober 2007 33
Sociaal emotionele ontwikkeling
op schoolniveau
Uitgangspunten vanuit het pedagogisch project
Positief stimulerende afspraken
Activiteiten
Maandopeningen
Projecten
Vieringen
Aandacht voor kleine sfeervolle attenties
Gangversiering
Muziek
Goede morgen zeggen
Vorming
oktober 2007 34
Sociaal emotionele ontwikkeling
op klasniveau
Drie basisbehoeften
Zich veilig voelen
Iets betekenen – invloed uitoefenen
Persoonlijk contact
oktober 2007 35
Relatie leerkracht - leerling
Echtheid
Onvoorwaardelijke acceptatie en
waardering
Empathisch begrijpen
Sensitiviteit (aanvoelen)
Responsiviteit
oktober 2007 36
Zelfbeeld gunstig beïnvloeden
Elke dag elkaar begroeten
Tijd nemen om naar kinderen te kijken en te
luisteren
Kinderen waarderen en bevestigen
Ingaan op vragen van kinderen
Werk tentoonstellen
Aandacht voor persoonlijke problemen
Kleine attenties
Kinderen actief betrekken
oktober 2007 37
Omgaan met conflicten
Voorkomen is beter dan genezen
De kans geven tot rust te komen
Verduidelijken: verwijzers
oktober 2007 39
Sociaal emotionele ontwikkeling
op kindniveau
Watdoen we als een kind extra
ondersteuning nodig heeft?
Extra zorg en tijd door de leerkracht
• Aanpassing van de omgeving
• Aanpassing van de klasorganisatie
• Bespreking (klassenraad)
Extra hulp in de klas
• Klasseassistentie
Individuele aanpak
oktober 2007 40
Methodes
Shernborne
Een doos vol gevoelens
Het blauwe boekje
Relatiecirkels
Basale stimulatie
Sensorische integratie
Gedragsproblemen van A tot Z
oktober 2007 41
Evaluatie
Op schoolniveau
Op groepsniveau
Op kindniveau
oktober 2007 42
Ouderbetrokkenheid
Ouders in alle kleuren van de regenboog
Betrekken bij elke fase van de
handelingsplanning
oktober 2007 43
Groepswerkplan
Bijlage 8.3.2
oktober 2007 44
Ik zei haar
« Wat ben je toch een slecht
mens »
en ze werd nog slechter.
Ik zei haar
« Wat doe je je best
om een goed mens te worden »
en ze weende.
Rabindranath Tagore
oktober 2007 45