You are on page 1of 25

SOCIAAL WERK I

Inleiding tot het sociaal werk

Academiejaar 2016 -2017


1 SW

Karel de Grote-Hogeschool www.kdg.be info@kdg.be


Vorige les

• Historiek van het sociaal werk in België

Karel de Grote-Hogeschool www.kdg.be info@kdg.be


Vandaag

• Algemene maatschappelijke situering vd welzijnszorg

• Afbakening van de welzijnszorg

• Kenmerken van de Vlaamse welzijnszorg

• Een poging tot ordening

Karel de Grote-Hogeschool www.kdg.be info@kdg.be


Bronnen

• Melis, B., Lievens, P. (2011) Aspecten van de welzijnszorg.


In Sociale Kaart. Antwerpen, KDG,p13-23.

Karel de Grote-Hogeschool www.kdg.be info@kdg.be


1. Algemene maatschappelijke
situering van de welzijnszorg

Karel de Grote-Hogeschool www.kdg.be info@kdg.be


Bevolkingsaangroei, industrialisering, migratie 
Onze maatschappij is uiterst complex geworden

– Economische, militaire, politieke religieuze en welzijnsfuncties


worden door gespecialiseerde, formele organisatie vervuld.

– Wegvallen van families als vangnet  overheid neemt meer


taken op zich

 ontwikkeling van verzorgingsstaat

Karel de Grote-Hogeschool www.kdg.be info@kdg.be


2. Afbakening welzijnszorg

2.1 Wat is welzijnszorg?

2.2 Wat zijn welzijnsvoorzieningen?

Karel de Grote-Hogeschool www.kdg.be info@kdg.be


2.1 Wat is welzijnszorg?
– Ruime invulling:

• Welzijnszorg bestrijkt alle aspecten van het leven


• Zorg voor tewerkstelling, huisvesting, gezondheidszorg,
sociale zekerheid, vervoer, vorming, opvang,
armoedebestrijding, sport, cultuur, vrije tijd, gezin,
inspraakmogelijkheden,…

Karel de Grote-Hogeschool www.kdg.be info@kdg.be


2.1 Wat is welzijnszorg? (2)
– Beperkte invulling (Koning Boudewijn Stichting):

• Sociale en maatschappelijke dienstverlening


– Algemeen maatschappelijk werk, zoals OCMW, armenzorg, gezinszorg, …

• Gezondheidszorg
– Kent eigen organisatie, wetgeving en deskundigen

• Samenlevingsopbouw

– Ook:
• Sociale wetgeving/zekerheid, toepassing en controle
• Sociale huisvesting
• Socio-culturele sector

Karel de Grote-Hogeschool www.kdg.be info@kdg.be


2.1 Wat zijn
welzijnsvoorzieningen?
• Definitie: Een voorziening waarvan de finaliteit bestaat in de bevordering
van het specifieke welzijn van zijn cliënteel en waarvan de
werkzaamheden bestaan in het verlenen van diverse diensten
overeenkomstig een bepaalde professionele methodiek.

• Is geen welzijnsvoorziening:
– Openbare voorzieningen (brandweer,post,…)
– Nutsvoorzieningen (water, telefoon,…)
– Culturele, sport, en recreatievoorzieningen
– Sociale wetgeving is volgens enge definitie ook geen welzijnsvoorziening

• Wat dan wel?


– OCMW’s, CAW’s, Bejaardenzorg, Gehandicaptenzorg, Bijzondere Jeugdbijstand,…
– Gezondheidszorg: CGGZ, psychiatrische instellingen, diensten voor verslaafdenzorg,…
– Justitie: Sociale dienst rechtbank, justitiehuizen,…
– Andere sectoren: CLB (onderwijs),…

Karel de Grote-Hogeschool www.kdg.be info@kdg.be


3. Kenmerken Vlaamse
welzijnszorg
3.1 Het kwaliteitsdecreet

3.2 Autonome en ingebouwde sociale diensten

3.3 Openbare en particuliere initiatieven

3.4 Projecten

3.5 Ambulante, residentiële en semi-residentiele voorzieningen

Karel de Grote-Hogeschool www.kdg.be info@kdg.be


3.1 Het kwaliteitsdecreet
• 1997: Vlaams Parlement keurt decreet goed inzake kwaliteitzorg in
welzijnsvoorzieningen

• Van toepassing op alle voorzieningen erkend door Vlaamse Gemeenschap

• 3000tal voorzieningen uit de volgende sectoren:


– Algemeen werkzijnswerk
– Gezinsbeleid
– Beleid inzake maatschappelijk welzijn
– Beleid inzake onthaal en integratie inwijkelingen
– Beleid inzake mindervaliden
– Bejaardenbeleid
– Bijzondere jeugdbijstand
– Justitieel maatschappelijk werk

Karel de Grote-Hogeschool www.kdg.be info@kdg.be


3.2 Autonome vs. Ingebouwde
diensten
• Autonome dienst =

– Zelfstandige dienst met eigen doelstellingen,


– Niet ingeschakeld in een groter geheel dat nog andere doelstellingen
heeft

• Ingebouwde sociale dienst =

– Secties of diensten die wel over een graad van eigenheid beschikken,
maar die structureel en beheersmatig ondergebracht zijn in een groter
geheel
– Vb. Sociale dienst in ziekenhuis

Karel de Grote-Hogeschool www.kdg.be info@kdg.be


3.3 Openbaar vs. Particulier
initiatief
• Openbaar initiatief (= initiatief van overheid)
– Nationaal gewestelijk, provinciaal, gemeentelijk
– Verzorgt aantal welzijnsdiensten
– Vb. OCMW, provinciaal revalidatiecentrum,…

• Particulier initiatief (=privé-initiatief)


– Vb. katholiek net in ziekenzorg en onderwijs

• Wettelijke regeling en subsidievoorwaarden zijn voor beiden dezelfde

• Vanuit privé groeien wel gemakkelijker nieuwe voorzieningen


• Openbaar initiatief richt zich meer op basisnoden

Karel de Grote-Hogeschool www.kdg.be info@kdg.be


3.4 Projecten
• Projecten in het welzijnswerk

– Tijdelijk van aard (vb. 1 of enkele jaren)


– Vernieuwend karakter
– Gericht op specifieke doelgroep of bijzonder probleem

– Meestal probeert men bepaalde methodiek uit voor een specifieke


doelgroep (vb. Mankracht en zonen)

Karel de Grote-Hogeschool www.kdg.be info@kdg.be


3.5 Ambulante, residentiële en
semi-residentiële voorzieningen
• Ambulante voorziening:
– Je verblijft slechts max enkele uren op de dienst
– Meeste welzijnsvoorzieningen zijn ambulant

• Residentiële voorziening
– Cliënten of patiënten worden opgenomen (vb. rust- en
verzorgingstehuis) of opgesloten (vb. gevangenis)
– Verblijf voor langere periode (meerdere dagen tot meerdere jaren)

• Semi-residentiële voorziening
– Cliënten of patiënten verblijven er een dag of dagdeel.
– Vb. Dagcentra voor personen met handicap, dagverzorgingscentra
voor bejaarden

Karel de Grote-Hogeschool www.kdg.be info@kdg.be


4. Ordening van welzijnszorg
4.1 Verticale indeling

→ nulde, eerste, tweede, derde en vierde lijn

4.2 Algemeen of categoriaal

4.3 Beleidsniveau

Karel de Grote-Hogeschool www.kdg.be info@kdg.be


4.1 Verticale indeling
• Bij maatschappelijke dienstverlening en gezondheidszorg
– Verdeling op basis van de aanpak

• Bij sociaal-cultureel werk


– Hoeveel stappen een doepgroep moet zetten om tot de betrokken
dienst te geraken

• Onderscheid tussen nulde lijn, eerste lijn, tweede lijn, derde en vierde lijn

Karel de Grote-Hogeschool www.kdg.be info@kdg.be


4.1 Verticale indeling (2)
a. Nulde lijn
• Hulp aangeboden binnen en door de leefomgeving van de hulpvrager

– Zelfzorg: door hem zelf

– Mantelzorg: door gezin, familie, vrienden, buren, collega’s, parochie,…

– Zelfhulp: door lotgenoten

• Sleutelfiguren zijn hoofdzakelijk vrijwilligers en “niet-professionelen”.

Vb: hulp van de gezinsleden, lekenconsulent, AA-groep,…

Karel de Grote-Hogeschool www.kdg.be info@kdg.be


4.1 Verticale indeling (3)
b. Eerste lijn

• Formeel georganiseerde diensten

• Breed niet gespecialiseerd hulpaanbod voor een ruime doelgroep


– Niet specialistisch, maar wel door professionelen

• Lage drempel
– Zo weinig mogelijk culturele, financiele drempels

• Ambulante aanpak (geen opname)

Vb. OCMW’s, CAW-onthaal, tele-onthaal,…

Karel de Grote-Hogeschool www.kdg.be info@kdg.be


4.1 Verticale indeling (4)
b. Tweede lijn

• Gespecialiseerd in bepaalde problemen

• Kleinere doelgroepen

• Hogere drempel:
– afspraak maken
– Wachtlijsten
– Betalingen
– Geringe spreiding van diensten

• Ambulant

Vb: CGGZ, CBJ

Karel de Grote-Hogeschool www.kdg.be info@kdg.be


4.1 Verticale indeling (5)
b. Derde en vierde lijn

• Doorgedreven specialisatie

• Nauwkeurig afgebakende doelgroep

• Hoge drempel
– Na doorverwijzing van eerste/tweedelijn

• Intramuraal

• Verschil derde en vierde zit in graad van specialisatie


– Vierdelijn is erg ver doorgedreven, sterk afgebakende doelgroep, extreem hoge drempels
(verwijzingen, intakegesprekken, wachttijden, proefperiode voor opname)
– Vb. ontwenningscentra voor drugsgebruikers, gemeenschappen voor psychiatrische
patiënten

Karel de Grote-Hogeschool www.kdg.be info@kdg.be


4.2 Algemeen of categoriaal
• Welzijnsnoden kunnen opgedeeld worden in:

– Algemene noden:
• Gezondheid, relaties, huisvesting, tewerkstelling, onderwijs, milieu,
cultuur, vrije tijd,….

– Categorie-gebonden noden:
• Vb. volgens leeftijd (jeugd, middenleeftijd, bejaard), personen met
een handicap, migranten, gezin, kansarmen

– Dienstverlening ontwikkeld zowel obv algemene noden als voor


bepaalde categorieën.

– Cliënten maken vaak van beide diensten tegelijk gebruik

Karel de Grote-Hogeschool www.kdg.be info@kdg.be


4.3 Beleidsniveau
• Welzijnswerk is in eerste plaats exponent van huidige economische,
sociale en culturele waarden in de samenleving (cf. geschiedenis SW)

• Bevoegdheden welzijnsvoorzieningen:

– op verschillende beleidsniveaus:
• Federaal, Vlaams, provinciaal, en gemeentelijk

– Bij verschillende beleidsdomeinen


• Onderwijs, welzijn, justitie, werkgelegenheid

Karel de Grote-Hogeschool www.kdg.be info@kdg.be


4.3 Beleidsniveau (2)
• Staatshervorming
 merendeel van welzijnszorg bij Vlaamse overheid
(oa. Gezondheidsbeleid en bijstand aan personen)
 Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

• Vlaamse overheid heeft ook:


– Minister van Cultuur, Leefmilieu & Natuur (o.a. vrijetijdsbesteding,…)
– Minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen (o.a. CLB, basiseducatie, jeugdwerk,);
– Minister van Armoedebestrijding (o.a. Vlaams actieplan armoedebestrijding 2010-2014)

• Federaal behoudt aantal bevoegdheden


– Oa. Minister van Justitie (psychosociaal personeel in de gevangenissen - PSD)

• Gemeente:
– Oa. OCMWs, jeugdbeleidsplan, lokaal cultuurplan,…

Karel de Grote-Hogeschool www.kdg.be info@kdg.be

You might also like